Onze politici komt minder vrijheid van meningsuiting toe dan Amerikaanse politici, schrijft Afshin Ellian. De lange angstaanjagende schaduw van het Hitler-regime beheerst hier nog steeds de grens van de vrijheid van meningsuiting voor politici en de reikwijdte van onze democratie.
Demagogische omgang met de taal en het organiseren van haat jegens minderheden is de erfenis van het nationaalsocialisme. Door de onnodige beperking van de vrijheid van meningsuiting voor politici wordt ook de democratie ingeperkt: de inperking van de vreedzame strijd tussen politieke meningen. Dit blijkt nu weer eens uit de vervolging van Kamerlid Geert Wilders.
‘Willen jullie meer of minder Partij van de Arbeid?’
In maart 2014, op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen, stelde Wilders in een ranzige setting het volgende aan de orde:
‘Maar voordat ik ga, zou ik van iedereen hier een antwoord willen hebben op de volgende drie vragen. Drie vragen, alsjeblieft geef een helder antwoord, die onze partij, de PVV, definiëren.
En de eerste vraag is: willen jullie meer of minder Europese Unie? (hierop roept het publiek herhaaldelijk ‘Minder!’ en er wordt geklapt).
En de tweede, de tweede vraag is, misschien nog belangrijker, willen jullie meer of minder Partij van de Arbeid? (hierop roept het publiek herhaaldelijk ‘Minder!’ en er wordt geklapt.)
En de derde vraag is, en ik mag het eigenlijk niet zeggen, want er wordt aangifte tegen je gedaan, en misschien zijn er zelfs D66-officieren die je een proces aandoen, maar de vrijheid van meningsuiting is een groot goed en we hebben niets gezegd wat niet mag, we hebben niets gezegd wat niet klopt, dus ik vraag aan jullie, willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen? Vervolgens scandeert het publiek zestien maal “Minder!” (Er wordt daarbij ook geapplaudisseerd).’
Meer van Afshin Ellian: Als PVV-aanhanger vrijuit mag spreken, dan Wilders ook
Het waren de media die de uitspraak continu herhaalden
Dit staat in het requisitoir van de officier van justitie in het minder-minder-zaak. Het gaat hier niet langer om de morele beoordeling van zijn uitspraak, maar om de strafwaardigheid van deze politieke uitspraken.
Kort na de toespraak van Wilders creëerden de media een hype: continu werd deze uitspraak van Wilders uitgezonden. Iedereen werd geacht verplicht te zijn om daarover een mening te hebben. De hype die de media zelf hebben gecreëerd, wordt nu Wilders ten laste gelegd.
Wie heeft nou precies de misdaad begaan? Wilders deed de uitspraak, maar het waren de media die het continu bleven herhalen. De maatschappelijke discussie ontstond naar aanleiding van de herhaling in de media.
Volgens de aanklagers zou de laatste zin ‘dan gaan we dat regelen’ bedreigend en onduidelijk geweest zijn. Dat wordt onderbouwd met een verwijzing naar een aantal aangevers. De nummering verwijst naar de aangevers:
144: ‘Ik hoorde dat Wilders toen zei: ‘Dan gaan we dat regelen’. (…) Ik schrok van deze uitingen. Ik voelde me ook bedreigd (…) Wat bedoelt hij daarmee?’
223: ‘Ik hoorde dat Wilders vervolgens zei: ‘Dan gaan we dat regelen’. Deze opmerking heeft mij geraakt omdat ik Nederlander ben, en nu word afgeserveerd als een tweederangsburger. Tevens voelde deze opmerking voor mij als een regelrechte bedreiging. Wilders gaat dit oplossen. Wat gaat hij doen?’
3373: ‘Hij gaf aan dat hij het gaat regelen. Hoe bedoelt hij dat dan? Dat is gewoon een dreigement.’
Wilders heeft niet eens een partij, en ook geen eigen auto
Iedereen weet dat Geert Wilders niet over een politieke partij beschikt. De vereniging PVV bestaat uit één lid, namelijk Geert Wilders. Kamerlid Wilders beschikt over geen enkele organisatie behalve zijn eigen fractie. Er bestaat dus geen georganiseerd verband dat aan de uitspraken van Wilders fysieke betekenis kan toekennen. Hoe kunnen mensen worden bedreigd door een uitspraak waarvan de spreker niet eens over een eigen auto beschikt?
Bovendien weet iedereen wat Wilders bedoelde met de afsluitende zin, ‘dan gaan we dat regelen’: de fractie van de PVV zou dat wettelijk willen regelen. Is dat een dreigement? Hoe begrijpen deze mensen dan de migratie-beperkende maatregelen van dit kabinet? Om toch aan te tonen dat hier werkelijk een volkstribunaal is opgericht, citeer ik hier uit aantal aangiften:
346: ‘Ik heb een broertje van 9 jaar, die naar mij toe komt met de vraag of wij nu uit Nederland moeten vertrekken. Ik vind dit een ernstige zaak dat meneer Wilders deze angst bij niet alleen volwassenen, maar ook kleine kinderen zaait.’
706: ‘Mijn zoontje van zes jaar oud vroeg de volgende dag aan mij: “Papa, moeten wij weg?” Dit deed mij erg veel pijn. Opmerking rapporteur: Ik zie dat de aangever tranen krijgt in zijn ogen.’
4417: ‘Mijn leerlingen in de klas hebben er veel vragen over, zij begrijpen het niet. Je probeert als docent mee te geven dat iedereen gelijk is, maar zo’n man kan iets roepen waarmee alles onderuit wordt gehaald.’
105: ‘Ik ben (…) in Bosnië geboren. Ik was 21 jaar oud toen ik daar de oorlog heb meegemaakt. Ik heb daar veel verschrikkelijke dingen meegemaakt. (…) Toen ik (…) de beelden op Facebook zag en Wilders de mensen hoorde toespreken, kwamen al deze beelden (…) weer terug. Vooral de woorden “Dat gaan we regelen” (…) brachten angstgevoelens bij mij naar boven.’
1020: ‘De manier waarop Wilders zijn publiek opruit, doet mij denken aan alle beelden die ik heb gezien over de opkomst van het nazisme (…). Het gaat hierbij om een associatie; (…) Het gaat om een associatie die angst opwekt.’
Logisch dat deze mensen moeite hebben met opvattingen Wilders
Deze mensen hebben moeite met de opvattingen van Wilders, wat ik me volledig kan voorstellen. Zesenhalfduizend aangevers! Een serieus deel daarvan is een bepaalde manier aangemoedigd en georganiseerd. Maar er zijn ook duizenden die de opinie van Wilders delen en op hem stemmen. Ook zijn er duizenden die op VVD of CDA stemmen maar tegelijkertijd de opvattingen van Wilders over immigratie delen.
Die 6.500 aangevers moeten op een anti-Wilders partij gaan stemmen. Zo werkt de democratie.
Dit proces dreigt vorm te geven aan ondemocratische verlangens. Bepaalde mensen worden bijna opgeroepen om de parlementaire democratie te omzeilen via de rechterlijke macht. Dit is niet de wijze waarop je de tolerantie bevordert.