De Rekenkamer mag niet verder worden uitgekleed

Portretten Arno Visser, president Rekenkamer. Foto: ANP

Als het budget voor de Algemene Rekenkamer nog verder wordt afgeknepen, wordt het uitoefenen van zijn taak wel heel erg moeilijk. Dat zegt samengevat Arno Visser, de president van de Rekenkamer, in het zojuist verschenen jaarverslag van dit zogeheten ‘Hoge College van Staat’.

Visser zegt waar het op staat, maar zonder pathos en grote woorden. Hij luidt geen noodklok en waarschuwt niet de regering voor de laatste maal. Maar gezien de betekenis en het prestige van de Rekenkamer staat zo’n waarschuwing gelijk aan een Malieveld barstensvol met demonstranten of een huilende bondscoach van Oranje.

Zo zijn ze bij de Rekenkamer: onderkoeld, zorgvuldig, niet rellerig, maar duidelijk en zonder omzwachtelingen – ongeacht de aard van de persoon en zeker de politieke achtergrond. De president (VVD) verschilt daarin niet van zijn voorganger Saskia Stuiveling (PvdA) of van zijn medelid van het college, Kees Vendrik (GroenLinks).

Hinderlijke horzel

De Rekenkamer is op aarde om de regering te controleren. Hij moet de doelmatigheid van de overheidsuitgaven nagaan, steekproefsgewijs en zowel gevraagd als ongevraagd. Dat doet hij als een zeer hinderlijke horzel, of het nu gaat om een incidentele blunder of om een structurele tekortkoming. Daarbij wordt niets en niemand gespaard, ook weer ongeacht de persoon, belang of politieke kleur.

De Rekenkamer doet wat in het dagelijkse overheidsproces door gemakzucht of vluchtigheid en/of politieke overwegingen, niet (voldoende) wordt gedaan: nagaan of ons geld niet over de balk wordt gesmeten en of het niet goedkoper, beter of anders kan. Ik denk dat zelfs de Rekenkamer niet kan uitrekenen hoeveel daardoor in de loop der jaren is bespaard, maar het moet in de miljarden lopen.

Organen als de Rekenkamer zijn het fundament van de democratische rechtsstaat. Het is een wapen tegen verspilling maar ook tegen luchtfietserij, politieke scoringsdrift en zelfs tegen corruptie. Het is de tegenkracht en de tegenmacht die ‘de politiek’ (zowel regering als parlement) nodig heeft om te functioneren.

Beknotting dreigt

Maar nu dreigt deze instelling van levensbelang geleidelijk te worden uitgekleed. Want minder budget betekent minder slimme mensen in dienst en dus minder toezicht waar dat nodig is.

En waar hebben we het over? Het jaarlijkse budget van de Rekenkamer is 29 miljoen euro. Dat is ééntiende promille van de rijksbegroting. Voor de aanschaf van één Joint Strike Fighter (JSF) kan de Rekenkamer bijna vijf jaar vooruit en voor de jaarlijkse exploitatiekosten van alle JSF’s samen kan de Rekenkamer tien jaar zijn zegenrijke werk doen.

Daarmee zeg ik niets over het nut van de JSF. Het is alleen een aardige vergelijking, omdat dankzij de Rekenkamer de kosten van dit toestel niet nog veel méér uit de klauwen zijn gelopen.