Pechtold moet zich minder arrogant opstellen

Pechtold mist GroenLinks - bron:ANP

Den Haag is vastgelopen. Dat hebben wij gedaan, de kiezers. Op 15 maart 2017 stemden wij voor de samenstelling van een nieuwe Tweede Kamer. Nu zijn er 13 fracties. Ja, dertien fracties! Mijn collega Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht, legt in zijn blog haarfijn uit wat de precieze consequenties zijn van de laatste Kamerverkiezingen:

In zijn beschrijving benadrukt Voermans dat er maar 2 fracties meer dan 20 zetels hebben (VVD 33, PVV 20). Er zijn vier partijen met tussen de 10 en 20 zetels: CDA, D66, GroenLinks en SP. De PvdA heeft er 9. En de overige zes fracties hebben 5 of minder zetels. Voermans komt tot een heldere conclusie: ‘De grootste partij heeft maar 22 procent van de stemmen, de op een na grootste 13 procent.’

Dat is een rekenkundige nachtmerrie. Dat wordt alleen maar erger nu alle partijen een van de grotere partijen (PVV) uitsluiten. (…) De situatie doet sterk denken aan die van het versplinterde politieke landschap van de jaren dertig van de vorige eeuw.’  Dat is exact de situatie waarin een verkenner moet opereren. Het lijkt op een onmogelijke missie.

Partijen stellen zich star op want kijken naar de volgende verkiezingen

De partijen zijn ook al bezig met de volgende verkiezingen. Ik kom tot dit vermoeden door de starre houding van bijna alle politieke partijen. GroenLinks is bang om wezenlijke compromissen aan te gaan. De PvdA durft uit  vrees voor de volgende verkiezingen niet tot de regering toe te treden.

VVD en CDA willen op hun beurt niet meedoen aan een centrumlinkse regering. Iedereen gaat er kennelijk van uit dat het aanstaande kabinet van korte duur zal zijn. Het wordt een instabiele regering. Daardoor zouden we in een mum van tijd weer in een verkiezingsstrijd terechtkomen. Dat is de reden van de starre houding bij de meeste politieke partijen. Daarom houden ze vast aan hun verkiezingsprogramma’s.

De onderhandelingen lopen vast, omdat er ook te weinig ruimte is voor het spel van politiek of de formatiepolitiek. De uitsluiting van de tweede partij van Nederland is niet echt zonder consequenties. VVD, CDA, SP, D66 en GroenLinks zijn de partijen die in een bepaalde formatie de motor van een kabinet moeten vormen. Maar ze hebben geen troef om elkaar te verleiden. Door de PVV uit te sluiten, is de ruimte voor het politieke spel ernstig ingeperkt.

De overlevingskans van een minderheidskabinet is klein

Een minderheidskabinet lijkt met de dag dichterbij te komen. Dat klinkt onprettig voor premier Mark Rutte (VVD). Hij wil dat zijn kabinet in de Tweede Kamer door een meerderheid wordt gesteund. Ik heb begrip voor Rutte. Voermans geeft in zijn blog een overzicht: ‘We hebben in de afgelopen honderd jaar dus maar liefst 8 “minderheidskabinetten” gehad. Die laten een treurige gemiddelde overlevingskans van 21,7 procent zien.’ Dit ziet er niet echt vrolijk eruit.

Het meest haalbare scenario voor een meerderheidskabinet is nu een combinatie van VVD, CDA, D66 met ChristenUnie. En een centrumlinkse coalitie? Dat is een kinderlijke droom. D66 en CDA zijn in economisch opzicht geen linkse partijen. D66 zit aan de uiterste rechterkant van VVD wat de economische vraagstukken betreft. En dan nog de Europese Unie! De Europapolitiek van de SP druist in tegen het beleid van D66 en CDA. Velen begrijpen daarom niet waarom de SP vasthoudt aan een fantasie, namelijk een centrumlinkse regering.

Rechts heeft de verkiezingen gewonnen

Op een bepaalde wijze kan ik de houding van de SP begrijpen. Maar de SP moet wel aan zijn kiezers uitleggen dat de partijleiding niet van plan is om ooit in een coalitie te stappen. Althans niet in Nederland. Die mogelijkheid is er niet. Bovendien heeft links de verkiezingen niet gewonnen. Rechts inclusief D66 (sociaaleconomisch gezien) heeft de verkiezingen gewonnen. Tenzij, er is altijd een tenzij, de linkse partijen het aandurven om de PVV (weer vanuit het sociaaleconomische perspectief) links te verklaren. Velen vergeten dat de scheiding tussen links en rechts ooit slechts betrekking had op de sociaaleconomische vraagstukken.

D66-leider Alexander Pechtold gedraagt zich arrogant. Te arrogant! Dat D66 op een aantal immateriële vraagstukken nooit met de ChristenUnie een overeenstemming kan bereiken, is bekend. Maar een aantal van die vraagstukken is ook een gevoelig onderhandelingspunt voor het CDA. Denkt Pechtold echt dat de mensen op hem hebben gestemd voor dat rare voorstel van ‘voltooid leven’?

Er is in geen van de Kamers een meerderheid voor ‘voltooid leven’

Ik vermoed dat de meeste kiezers, ook die van D66, daarover helemaal niet hebben nagedacht. Daarnaast is er in de Eerste en Tweede Kamer geen meerderheid voor het wetsvoorstel ‘voltooid leven’. Uiteindelijk moet daarvoor individueel worden gestemd. Er zijn ook VVD’er die tegen dit wetsvoorstel zijn. En het CDA wil het helemaal niet.

D66 moet het landsbelang vooropstellen: de vorming van een kabinet. Kort maar krachtig: het gedrag van Pechtold is onverantwoord en arrogant.