Iedereen weet: het is tijd voor gekozen burgemeester

Ambtsketen van de burgemeester. Foto:ANP

Burgemeestersbenoemingen beginnen steeds meer te wringen. De functie is in wezen apolitiek, maar de selectieprocedure komt voortdurend in partijpolitiek vaarwater. Vorige week was er spektakel op het stadhuis van Den Bosch, omdat er volop naar het Brabants Dagblad was gelekt vanuit de vertrouwenscommissie.  ‘Een slagveld,’ noemde de vertrekkende burgemeester Ton Rombouts (CDA) de gang van zaken rond zijn opvolger.

Een week daarvoor werd er vanuit de vertrouwenscommissie in Arnhem níet gelekt. Daar liep alles op rolletjes en kwam opeens PvdA’er Ahmed Marcouch als een duveltje uit een doosje. Toen was er ook ophef, want hoe kon een vrijwel afgedankte partij als de PvdA tóch weer een burgemeesterspost scoren?

De manier waarop burgemeesters worden benoemd, is eigenlijk het slechtste van twee werelden. Niet plompverloren geparachuteerd vanuit Den Haag;  niet democratisch gekozen. Iets vaags halverwege.

Onnavolgbare politisering van de benoemingsprocedure

Tot 25 jaar geleden werden burgemeesters van de wat grotere steden plompverloren door het kabinet benoemd, waarbij er op de kwaliteiten van de persoon en op een evenredige verdeling van partijkleuren werd gelet. Maar op den duur werd die methode als ondemocratisch ervaren.

De roep werd luider om de burgemeester voortaan te kiezen. Maar dat ging niet door. Er kwam een procedure die er een beetje tussenin zit. Niet de bevolking mag kiezen, maar de door de bevolking gekozen gemeenteraadsleden bedisselen wie de burgemeester wordt.

Dit is half-democratisch en het leidt tot een onnavolgbare politisering van de benoemingsprocedure. Veel burgers ergeren zich daaraan, want juist de burgemeester als een niet-politieke gezagsdrager is hen dierbaar. Ze willen geen paladijn van de partijbelangen.

Zodra je de voordeur uitloopt, ben je het

De term burgemeester is een verbastering van de Middeleeuwse term ‘burgi magistratus’: meester van de burcht. Zo zien veel burgers hun burgemeester nog altijd het liefst: baas van het stadhuis. ‘Zodra je de voordeur uitloopt, ben je het,’ zeggen burgemeesters over hun functie. Iedereen wil met deze autoriteit praten, want dat is je buitenkansje om te vertellen wat er in je stad of dorp moet gebeuren. De burgemeester is immers de man of vrouw met de ambtsketen die – hopelijk – alles regelt, terwijl raadsleden en wethouders lopen te knoeien met partijbelangen.

Formeel klopt dat niet, want de neutrale burgemeester moet vooral de vergaderingen van gemeenteraad en wethouders-college voorzitten. Alleen qua openbare orde en veiligheid kan de burgemeester zich doen gelden. Juist op dit terrein verlangen de burgers krachtdadig optreden en dat straalt dan weer af op de burgemeester.

Iedereen weet: op den duur wordt de burgemeester gekozen

Op het Binnenhof voelt iedereen wel aan dat op den duur de burgemeester gekozen zal worden. De vraag is echter of het nieuwe kabinet een stap in die richting gaat zetten. Dat zou een prachtige manier zijn om D66 te paaien. Het CDA was altijd tegenstander van burgemeestersverkiezingen, maar inmiddels wil CDA-leider Sybrand Buma af van ‘het schimmige systeem van vertrouwenscommissies’. De VVD is min of meer in vertwijfeling. Alleen ChristenUnie is tegen, maar zal dit niet keihard spelen.

Benoeming burgemeesters uit Grondwet

In 2016 haalde een twee derde meerderheid van Tweede en Eerste Kamer de burgemeestersbenoeming al uit de Grondwet. Beide Kamers moeten daar de komende jaren nog een keer over stemmen. Daarna kunnen burgemeestersverkiezingen snel worden geregeld, mits het nieuwe kabinet dat wil.

Is dit wenselijk? Een gekozen burgemeester zal een krachtiger leider zijn van de gemeente. De wethouders en fracties in de gemeenteraad zullen moeten dimmen. Op lokaal niveau ontstaat min of meer een presidentieel stelsel. Dat is on-Nederlands, maar onvermijdelijk gezien het verval van politieke partijen: steeds minder mensen zijn partijlid en voor vrijwel alle partijen is de electorale steun erg instabiel.