Het beeld dat Rutte III oproept? Een wethouderskabinet

Wethouder Hugo de Jonge wordt vicepremier - bron:ANP

Een wethouderskabinet. Dat is het beeld dat Rutte III oproept. Geen experimenten, geen ellenlange zoektocht naar vrouwen die weer eens niet in de adressenboekjes stonden, maar vooral ervaren kandidaten.

Van de zestien ministers en acht staatssecretarissen in spe hebben er twaalf ervaring als wethouder.

Buitenstaanders zijn op een hand te tellen: de kandidaat-ministers Ferdinand Grapperhaus (CDA, Justitie en Veiligheid en Sigrid Kaag (D66, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Maar ook dat valt wel mee. Grapperhaus was al kroonlid in de Sociaal-Economische Raad en kent de polder dus goed.

Doorgewinterde bestuurders

Beoogd staatssecretaris Menno Snel (D66, Financiën) moest wel nog snel lid worden van D66 maar is ook geen buitenstaander. Hij was al bewindvoerder van het IMF, niet bepaald een post waar een leerling naar toe wordt gestuurd. En hij was plaatsvervangend directeur-generaal fiscale zaken op het ministerie. Ervaring waarmee hij als staatssecretaris van Financiën die de belastingen moet hervormen, zijn voordeel kan doen.

Met doorgewinterde bestuurders als Ank Bijleveld, die staatssecretaris was, burgemeester en nog steeds Commissaris van de Koning in Overijssel, koos Sybrand Buma (CDA) voor betrouwbaarheid. Bijleveld kent als oud-Kamerlid ook het parlementaire spel. Heel handig voor een minister. Dat geldt ook voor beoogd vice-premier Hugo de Jonge (CDA).

Als voormalig politiek assistent van de CDA-ministers Van der Hoeven en Van Bijsterveldt weet hij precies welke spanningen er kunnen ontstaan tussen Kamer en kabinet. Bovendien was hij beleidsmedewerker bij de CDA-fractie. Dezelfde functie trouwens die CDA-leider Sybrand Buma ooit bekleedde.

Wethouderschap als springplank

De Jonge is een van de kandidaten die als wethouder bestuurlijke ervaring hebben opgedaan. Het wethouderschap ontpopt zich als de springplank naar het landsbestuur. Wethouder waren of zijn de VVD’ers Sander Dekker, Eric Wiebes, Mark Harbers, Bruno Bruins, Tamara van Ark en Barbara Visser, de D66’ers Kajsa Ollongren en Ingrid van Engelshoven, de CDA’ers Hugo de Jonge, Mona Keijzer en Raymond Knops en Paul Blokhuis van de ChristenUnie.

En als een kandidaat geen wethouder is geweest, was die wel gedeputeerde: Cora van Nieuwenhuizen (VVD), die als lid van het Europees Parlement en als Kamerlid ook andere welkome ervaring meebrengt.

Veertigers en vijftigers

Dat de vrouwen er niet al te bekaaid vanaf komen (tien van de 24 kandidaten) komt vooral door het grote aantal vrouwelijke staatssecretarissen: vier van de acht tegen zes ministers op de zestien. En door D66: drie van de vier D66-ministers zijn vrouw.

Veertigers en vijftigers domineren. Dat de Biblebelt goed is vertegenwoordigd, mag geen wonder heten met het aantreden van de ChristenUnie in de coalitie, maar ook CDA’er De Jonge, D66’er Wouter Koolmees en CDA’er Wopke Hoekstra zijn er geboren. De Jonge in Bruinisse,  Koolmees in Capelle aan den IJssel en Hoekstra in Bennekom.

Een ploeg waarmee Rutte III op zekerheid speelt. Niet zo heel vreemd. De coalitie loopt met een Kamermeerderheid van slechts een zetel al risico genoeg.