De motie van wantrouwen is verworden tot bot instrument

Debat Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen

De oppositie kwam met haar 95ste motie van wantrouwen, die de aandacht voor de Groninger zaak terugbracht tot een politieke strijd waarmee niemand wat opschiet, schrijft Carla Joosten. Het grote aantal slaat als een boemerang terug op de oppositie.

Terugblikken op het verleden en dan ook nog in een sfeer van politieke strijd. Dat vraagt om onenigheid, zo bleek weer bij het debat over het enquêterapport over de gaswinning in Groningen. Een debat waarvan niet de vastberadenheid van het kabinet blijft hangen om de schade die Groningen is toegebracht te herstellen, maar de zoveelste motie van wantrouwen van de oppositie. Rutte moest weg. Alsof parlementaire enquêtes, hoe ernstig de uitkomst ook, altijd tot aftredende kabinetten of bewindslieden moeten leiden.

De gehele oppositie stemde voor de 95ste motie van wantrouwen tegen de vier kabinetten-Rutte sinds 2010, berekende het AD. Zo veel moties van wantrouwen in 13 jaar, tegen 28 in alle jaren daarvoor. Dat zegt wel iets, al zijn veel van die moties door de PVV ingediend en kregen die lang niet altijd steun van andere oppositiepartijen.

 

Rutte voelt zich ‘mentaal’ eindverantwoordelijk

Natuurlijk draagt premier Mark Rutte (VVD) als kabinetsleider een zware verantwoordelijkheid voor het doen en laten van de overheid. Dus ook voor het falen in Groningen, ofwel het decennialang ondergeschikt maken van de Groninger belangen aan de financiële belangen van overheid en oliemaatschappijen.

De vraag is wel tot hoever zijn eindverantwoordelijkheid staatsrechtelijk reikt. Tot diep in het ministerie van Economische Zaken? Staatsrecht is geen wiskunde. Dat maakt dat debatten waarin het staatsrecht opduikt altijd worden gedomineerd door de politieke opvattingen van de deelnemers.

Rutte vond niet dat hij hoeft op te stappen. De premier van de politieke records en van ‘de mooiste baan van de wereld’, kleedde zijn verdediging zo in dat hij zich wel verantwoordelijk voelt, maar ‘misschien’ niet in staatsrechtelijke zin. Zo wees hij erop dat ambtelijke waarschuwingen over de schadelijke gevolgen van de gaswinning niet waren doorgedrongen tot het politieke niveau van toenmalig minister Henk Kamp (VVD) van Economische Zaken en van hemzelf.

‘Los van de staatsrechtelijke positie ben ik altijd, vind ik, mentaal eindverantwoordelijk voor wat we doen’ – weer zo’n vondst van de VVD-premier.

Andere consequentie dan bij Toeslagenaffaire

Jesse Klaver (GroenLinks), eerste indiener van de motie van wantrouwen, wilde weten waarom Rutte dit keer anders redeneert dan bij de Toeslagenaffaire. Het rapport Ongekend onrecht was voor het kabinet-Rutte III immers aanleiding geweest om op te stappen. De affaire had een systeemfout blootgelegd. De systeemfout van ‘Groningen’ was niet minder groot.

Tekst gaat verder onder tweet

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Rutte verdedigde zich door erop te wijzen dat de affaire-Groningen zich in zestig jaar aardgaswinning had voltrokken. Een ander verschil was dat het kabinet de ereschuld aan Groningen al heeft vormgegeven. Hij ziet voor zichzelf een rol weggelegd bij de uitvoering.

De oppositie wist wel beter. Dat Rutte III nog maar drie maanden te gaan had tot de verkiezingen, maakte het aftreden niet meer dan een symbolisch gebaar. Die verkiezingen zijn dit keer – hoewel het snel anders kan zijn – nog lang niet in zicht.

Het instrument is volkomen bot geworden

Daar zit natuurlijk wat in. Toch is de vraag wat de oppositie wil bereiken met de ene na de andere motie van wantrouwen die geen doel treft. Het is een cliché, maar het instrument is – met die 95 ingediende moties van wantrouwen in 13 jaar tijd – volkomen bot geworden.

Daarbij komt dat de oppositie, net als de Groningers, vertrouwen heeft in staatssecretaris Hans Vijlbrief (D66), die met groot invoelingsvermogen de puinhoop op orde moet brengen. Had hij dat nog wel kunnen doen als Rutte en daarmee zijn kabinet naar huis waren gestuurd? En is het überhaupt niet beter dat Rutte en de zijnen de Groninger puinhoop opruimen?

Wat te doen met de motie van wantrouwen?

Politicoloog en voormalig PvdA-senator Ruud Koole lanceert een mooie oplossing voor al die kansloze moties van wantrouwen. Stel aan een motie van wantrouwen de eis dat de Kamermeerderheid ook meteen een alternatieve coalitie voorstelt, zoals in Duitsland. Volgens Koole een obstakel voor het Haagse lopende bandwerk dat een motie van wantrouwen aan het worden is.