Delegatieleider Esther de Lange van het CDA in het Europees Parlement wil met haar Belgische en Luxemburgse collega’s maatregelen nemen tegen zusterpartij Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Wat Orbán fout heeft gedaan? Hij wil een Hongaarse Engelstalige universiteit het leven zuur maken.
Deze universiteit is pro multiculturalisme, pro immigratie en pro EU en verziekt Hongarije volgens Orbán met links-liberale onzin.
Dat Orbán de universiteit probeert dwars te zitten, is niet zo fraai. Orbán en andere leiders van voormalige Sovjet-satellietstaten hebben de neiging binnenlandse oppositie monddood te maken. Afstand nemen van dergelijke intenties is noodzakelijk.
Oost-Europese landen brengen alternatieve agenda
De wijze van regeren van Orbán en zijn Midden- en Oost-Europese geestverwanten is deels een reactie op de voorgaande twee decennia toen in deze landen nogal kunstmatig liberaal-westerse opvattingen werden geïntroduceerd. Om de wens om lid te worden van de Europese Unie kans van slagen te geven, zeiden de heren en dames in het voormalige Oostblok ‘ja en amen’ tegen de eisen uit het Westen.
Maar die liberaal-westerse opvattingen waren nooit de hunne en bevallen hun steeds minder. De ex-Sovjetstaten exporteren als volwaardige EU-leden inmiddels een alternatieve agenda naar Brussel. Die is deels verwerpelijk, zoals het monddood maken van oppositie. Maar die agenda behelst ook nuttige punten. CDA-leider Sybrand van Haersma Buma nam het terecht op voor Orbán toen deze de Hongaarse, tevens EU-grens afsloot met hekken tegen massale immigratie. Maar de meeste EVP-‘ers schreeuwden in eerste instantie moord en brand toen Orbán de EU-afspraken van grensbewaking uitvoerde. Zij vinden de belangen van potentiële immigranten belangrijker dan die van Europeanen.
De protestants-christelijke Orbán en de andere Oost-Europese leiders begrijpen daar niets van. Zij vinden Europa een christelijk continent dat dreigt ten onder te gaan door de immigratie van moslims. Ook willen zij dat Europa zich militair verenigt tegen de Russische dreiging en dat de Balkanlanden EU-leden moeten worden om daar oorlog te voorkomen.
Oost-Europa tegenover westers alternatief
De Oost-Europese EU-agenda is geworteld in recente ervaringen. Orbán overnacht altijd in een hotel in het centrum van Brussel en ziet daar wat de gevolgen zijn van massale – islamitische – immigratie: westerlingen zijn er in de minderheid en overal staan zwaarbewapende agenten en militairen die onder meer joodse instellingen beschermen. Boedapest kent een grote joodse gemeenschap en zij leven daar in alle vrijheid. Er is zelfs een joodse renaissance gaande. Wie kan er tegen zijn dat Orbán en andere Oost-Europese leiders hun landen zo willen houden als het westerse alternatief niet per se aantrekkelijker is?
Meer nieuws en opinie, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>
Ook de ervaringen met Russische overheersing maakt dat Oost-Europa wil dat Europa zich militair verenigt. Nooit meer willen zij weerloos zijn, en evenmin afhankelijk van de Verenigde Staten. Daar komen de ervaringen van de Balkanoorlogen in de jaren negentig bij, die niet alleen leidden tot veel slachtoffers maar ook tot massale vluchtelingenstromen naar landen als Hongarije.
De Orbán-agenda is heel erg pro EU, zou je denken. De Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU, EVP) ziet dat ook en vloog al naar Boedapest: ook zij wil een Europees leger. Vele EVP’ers, onder wie fractieleider in het Europees Parlement Manfred Weber (CSU) uit Beieren, zijn het eens met Orbáns grensbewaking. Ook is de vrees voor een nieuwe Balkanoorlog gegrond.
West-Europa moet luisteren
Maar in plaats van Orbán en andere Oost-Europese leiders daarvoor openlijk de credits te geven, krijgen ze vooral kritiek. Ze zouden de Europese waarden, wat die ook mogen zijn, niet hooghouden, xenofoob zijn omdat ze multiculturalisme afwijzen, en alleen uit zijn op de subsidies uit West-Europa. Met deze kritiek proberen westerlingen Orbán in diskrediet te brengen, met als eigenlijke doel: niet te hoeven ingaan op zijn inhoudelijke agenda.
Orbán wijst westerse leiders er met zijn agenda op dat zij de afgelopen decennia grote fouten hebben gemaakt door de grootschalige islamitische immigratie laconiek tegemoet te treden. Dat doet pijn bij westerse leiders, want als ze opschuiven in Orbáns richting stellen ze hun eigen multiculturele wereldbeeld ter discussie. De enige westerling die openlijk opschuift naar Oost-Europa, is Oostenrijks premier Christian Kern, een sociaal-democraat. De Duitse oud-bondskanselier Helmut Kohl is overigens ook een Orbán-sympathisant.
Alle kritiek uit het Westen maakt dat Oost-Europa steeds meer in zijn schulp kruipt en ook nauwelijks meer wil luisteren naar terechte westerse kritiek, zoals die op de mogelijke sluiting van de Engelstalige Soros-universiteit in Boedapest.
Wat zou het toch aardig zijn als westerlingen als Esther de Lange (CDA) Orbán en andere Oost-Europese leiders eerst eens openlijk zouden prijzen, hun recente ervaringen serieus zouden nemen en hun nuttige agenda – deels – zouden overnemen. Maar de West-Europeanen hebben Midden- en Oost-Europa nooit echt serieus genomen. Zij moeten zich maar aanpassen aan het Westen en verder hun mond houden, zo is de opvatting. Dat is schadelijk voor Europa, want de oostelijken hebben ons heus iets te vertellen.