De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd mengt zich ‘bewust’ in de discussie over dure geneesmiddelen. De Inspectie lijkt apothekers aan te moedigen om de medicijnen zelf te gaan bereiden. Maar dat is allesbehalve een oplossing.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) deed de afgelopen maanden onderzoek naar de bereiding van een medicijn in het Amsterdam UMC. Het gaat om het medicijn CDCA tegen de stofwisselingsziekte CTX. Het middel van de Italiaanse fabrikant Leadiant dreigde door de hoge prijs – ongeveer 200.000 euro per patiënt per jaar – niet vergoed te gaan worden voor de ruim zestig CTX-patiënten in Nederland. Daarop besloot het academische ziekenhuis het zelf te gaan bereiden.
Die bereiding werd in augustus stilgelegd, omdat de IGJ bij onderzoek onzuiverheden in het medicijn van het ziekenhuis had gevonden. Woensdag publiceerde de Inspectie de resultaten van dat onderzoek. De conclusie? In de grondstof die het Amsterdam UMC gebruikte, zaten ‘een factor acht tot tien’ meer onzuiverheden dan wettelijk is toegestaan. En het ziekenhuis maakte reclame voor het medicijn, terwijl dat niet mag.
‘Bewuste’ uitspraak
De belangrijkste conclusie van het onderzoek, zegt hoofdinspecteur Marina Eckenhausen in een video op de website van de IGJ, is dat het ziekenhuis het middel wél zelf mag bereiden als er een veilige grondstof wordt gevonden. De video klinkt als een aanmoediging voor apothekers om meer dure medicijnen goedkoper na te maken in de eigen apotheek. Eckenhausen erkent in een interview met NRC Handelsblad dat ze hiermee ‘bewust’ een uitspraak doet in een gevoelig dossier.
Eigen bereidingen worden onder meer door het ministerie van Volksgezondheid gezien als een veelbelovende manier om de prijs van geneesmiddelen te drukken. Apothekers mogen onder bepaalde voorwaarden zelf een middel voor een kleine groep patiënten maken. CDCA is tot nu het enige dure medicijn dat door een apotheker is nagemaakt. Bij een ander prijzig middel – het medicijn Orkambi tegen taaislijmziekte – was er wel een apotheker die aankondigde het zelf te gaan maken, maar die plannen zette hij niet door. De vraagprijs voor dat middel was ongeveer 170.000 per patiënt per jaar en ongeveer 750 patiënten komen voor het medicijn in aanmerking.
Zorgen over eigen bereidingen
De uitspraak van de IGJ staat in schril contrast met de zorgen die er bij een andere toezichthouder heersen. Voorzitter Ton de Boer van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen wees in een recent interview in Elsevier Weekblad terecht op de risico’s van eigen bereidingen. Die vallen buiten het reguliere toezicht op medicijnen en moeten dus geen gewoonte worden. Daar komt nog bij dat veel dure geneesmiddelen zo complex zijn dat apothekers ze niet eens kunnen namaken. De eigen bereidingen zijn dus allesbehalve dé oplossing om medicijnen in de toekomst betaalbaar te houden.
Feit blijft dat er nieuwe geneesmiddelen op de markt komen die tot wel enkele tonnen per patiënt per jaar kosten. En de vraag is: hebben wij dat geld ervoor over? Het antwoord daarop is aan de politiek. Daar gaat geen bereidende apotheker bij helpen.