Het Centraal Planbureau (CPB) vreest een blijvende economische schade door de coronacrisis. Gelukkig bieden de CPB-economen zelf voldoende handvatten om het tegendeel te beweren, schrijft Marijn Jongsma.
Marijn Jongsma
Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.
Met de titel van een speciaal rapport over de gevolgen van de pandemie op de lange termijn wordt direct de toon gezet: ‘Blijvende economische schade van de coronacrisis’. Het planbureau brengt dit overigens niet als feit, maar wel als een scenario waarop de kans groot is.
Herstel is onvolledig
Blijvende schade is in dit geval niet iets tastbaars als een in de strijd verwoeste vesting, maar meer een paleis dat we hadden kunnen hebben als er geen crisis was geweest. Vergelijk het met iemand die een carrièrestap mist: hij gaat er elk jaar wel wat op vooruit, maar het salarisverschil met de droombaan wordt nooit meer goedgemaakt.
In CPB-terminologie: het herstel is onvolledig. Van volledig herstel is alleen sprake als we de krimp goed maken én de gemiste groei in halen. Van de vijf diepe recessies sinds 1900 was er volgens het planbureau alleen na de Tweede Wereldoorlog sprake van een volledig herstel. Deze constatering geeft direct de beperkingen weer van de manier waarop we groei meten: de verwoestingen van een oorlog worden niet meegerekend, de activiteiten van de wederopbouw wel.
De blijvende schade van een recessie wordt lastiger aantoonbaar naarmate de tijd vordert en allerlei andere invloeden zich doen gelden. Kun je negentig jaar na de crisis in de jaren dertig nog beweren dat de Nederlandse economie er zonder die crisis beter had voorgestaan?
De drijvende kracht achter groei
Om de schade voor een economie op lange termijn te kunnen inschatten, is het van belang wat de onderliggende drijvende kracht achter groei is, los van alle tijdelijke verstoringen. Bij voldoende beschikbaarheid van arbeid en kapitaal is dat de arbeidsproductiviteit, of beter: de groei daarvan. Door efficiënter te werken, kan elke arbeidskracht steeds meer diensten en producten leveren. Komt daar een kink in de kabel, dan wordt het groeivermogen van de economie aangetast.
Hoe kan corona de productiviteit schaden? Het CPB geeft een aantal voorbeelden. Minder economische activiteit betekent dat er dagelijks minder werknemers op de werkvloer bezig zijn om processen te optimaliseren (‘learning by doing’). Bij een oplopende werkloosheid gaan er ook vaardigheden verloren.
Een recessie kan daarnaast leiden tot minder investeringen in onderzoek en ontwikkeling, waardoor diezelfde werknemers minder profiteren van technische vooruitgang. En mocht de coronacrisis ertoe leiden dat we meer zelf gaan produceren om te voorkomen dat onderdelen niet worden geleverd door lockdowns elders, dan worden zeer efficiënt werkende internationale productieketens opgegeven.
De coronacrisis als bezem door de economie
Maar het CPB schetst ook mogelijke positieve effecten op de productiviteit. Zoals de ‘reinigende werking’ van een coronacrisis: ‘Zwakke, minder productieve bedrijven gaan als eerste over de kop en hierdoor komen productiemiddelen vrij die door andere bedrijven meer productief kunnen worden ingezet.’
Uitgerekend de methoden om de gevolgen van de crisis te beperken, zoals de zeer lage rente (dat is dan weer het werk van de Europese Centrale Bank) en de steunmaatregelen, zorgen ervoor dat deze ‘reiniging’ wordt vertraagd. Goedkoop geld en subsidies rekken het leven van inefficiënte ‘zombiebedrijven’: sociaal, maar slecht voor toekomstige groei. Uiteraard is noodsteun bedoeld om te voorkomen dat gezonde bedrijven buiten hun schuld omvallen, maar naarmate het langer duurt, speelt het zombie-effect zeker mee. Het is een van de redenen waarom het kabinet broedt op een soberder opvolger van het huidige steunpakket.
Digitalisering zet door
Een ander (potentieel) positief effect op de productiviteitsgroei: de versnelling van de digitalisering. Het is voor de luchtvaartmaatschappijen minder leuk nieuws, maar een manager kan via videovergaderen op een dag meer zaken regelen dan wanneer er uren worden gespendeerd in vliegtuigen en op luchthavens. Thuiswerken heeft in veel gevallen ook tot een hogere productie geleid. De technieken bestonden allemaal al voor corona, maar de pandemie heeft voor de grote doorbraak gezorgd.
Het is moeilijk te voorspellen hoe de coronacrisis inwerkt op de productiviteit en daarmee toekomstige economische groei. Niemand betwist dat er op korte termijn grote economische schade is. Maar het pessimisme van het CPB over de langere termijn lijkt wat voorbarig.