Nog niet zo lang geleden was Frankrijk hét voorbeeldland voor linkse Europeanen. Nu is het voorheen conservatieve Duitsland dat, schrijft Roelof Bouwman. Wat is er gebeurd?
Roelof Bouwman (1965) is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media
Het is al sinds jaar en dag het grootste cliché uit de internationale politieke arena: dat de samenwerking tussen Duitsland en Frankrijk ‘de motor’ is van de Europese integratie. Als erfvijanden stonden Duitsers en Fransen op het slagveld vaak tegenover elkaar. Maar, zo heet het dan, sinds de Tweede Wereldoorlog spannen ze zich samen in voor een vrij en welvarend Europa.
Zijn beide landen door die samenwerking – die zeventig jaar geleden begon met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) – ook meer op elkaar gaan lijken? Je zou het kunnen vermoeden. Maar waar is het niet.
Duitse en Franse politieke eigenaardigheden in jaren 80 zichtbaar
Vooral de politieke eigenaardigheden van beide landen springen in het oog. In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren die heel mooi zichtbaar.
Lees ook dit spraakmakende commentaar van Jelte Wiersma
Merkels wanbeleid ligt bloot: Duitse crisis raakt heel Europa
Zo waren er in Duitsland in oktober 1980 Bondsdagverkiezingen. Die draaiden uit op een duel tussen de zittende kanselier Helmut Schmidt, de meest rechtse sociaal-democraat van Europa, en de Beierse volkstribuun Franz Josef Strauß, de meest rechtse christen-democraat van Europa. Volgens sommige Nederlandse media was hij zelfs een verkapte fascist.
Strauß (44,5 procent) kreeg niettemin méér stemmen dan Schmidt (42,9). Alleen omdat de sociaal-democraten konden rekenen op de steun van de liberale FDP, ontglipte Strauß het kanselierschap.
Met Mitterrand kreeg Frankrijk meest linkse regering van West-Europa
Iets meer dan een half jaar later, in mei 1981, waren er in Frankrijk presidentsverkiezingen. Die werden gewonnen door de radicale socialist François Mitterrand. Frankrijk kreeg vervolgens de meest linkse regering van West-Europa met – voor het eerst sinds 1947 – ook vier communistische ministers.
In de Bondsrepubliek was dat totaal ondenkbaar. De Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) was in 1956 officieel verboden en scoorde daarna – heropgericht onder een nieuwe naam – bij verkiezingen nooit hoger dan 0,3 procent.
Wat een contrasten, veertig jaar geleden. Hoe is de situatie nu?
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen