Progressief Amerika hoopte op de eerste vrouwelijke president in de 248-jarige geschiedenis van de Verenigde Staten. Maar die kwam er niet, ook omdat de Democraten Kamala Harris voor een ondankbare taak stelden. Net als in 2016 gebeurde met Hillary Clinton, schrijft Victor Pak.
De 47ste president is wederom een man. Donald Trump versloeg Kamala Harris, nadat de Republikein in 2016 al van Hillary Clinton won. Alleen een man, Joe Biden, kon Trump verslaan in de strijd om het presidentschap.
Liet Clinton haar campagne zowat draaien om het doorbreken van het glazen plafond, Harris sprak nauwelijks over dit thema. Slim, want kiezers willen een president die voor hen opkomt en hun zorgen begrijpt, niet een die vooral bezig is met zichzelf en het mogelijk schrijven van geschiedenis.
Dat Harris alsnog verloor, doet daarom extra zeer bij de Democraten. Zeker omdat ze het aflegde tegen een man die niet terugdeinst voor vrouwonvriendelijke en seksistische uitspraken.
Verloor Harris omdat ze geen penis heeft?
Dat zorgt voor verontwaardiging en naïeve beschuldigingen onder progressieven. Zoals dat Harris enkel verloor omdat zij geen penis heeft. Een verleidelijk narratief: het plaatst de schuld niet bij de Democraten, maar bij het kiezerspubliek, dat uit een stel holbewoners en ongelikte beren zou bestaan.
Het strookt alleen niet met de feiten. Uit onderzoek van politicoloog Sanne van Oosten (University of Oxford) blijkt dat gemiddelde kiezers een vrouwelijke politicus prefereren boven een mannelijke politicus. Ook maken zij geen onderscheid tussen blanke en zwarte politici. Al is niet uitgesloten dat bij een kleine groep de seksistische vooroordelen wel bestaan, het is dus onjuist te concluderen dat Harris had gewonnen als zij een man was.
Daarnaast kozen veel kiezers die het recht op abortus een belangrijk thema vinden, toch voor Trump. Van die kiezers stemde 45 procent op Trump, 49 procent op Harris. Een kleiner verschil dan verwacht.
Harris werd op het laatste moment ingevlogen
Feit is dat progressieve Democraten zowel Harris als Clinton voor een ondankbare taak stelden. Harris werd last minute ingevlogen als kandidaat. Nadat Biden wegens impopulariteit en ouderdom in juli zijn presidentscampagne staakte, had Harris slechts 107 dagen om een campagne te voeren. Ze miste de ervaring die een kandidaat ontwikkelt in een presidentieel verkiezingsjaar.
Clinton kon wel lang campagne voeren. Maar zij had de ondankbare taak om, na twee keer Barack Obama, voor de derde keer op rij haar partij in het Witte Huis te helpen. Sinds 1950 hadden de partijen acht keer kans op zo’n hattrick, maar alleen in 1988 lukte het. Na twee keer Ronald Reagan won George H.W. Bush – een Republikein – de presidentsverkiezingen.
Willen de Democraten er echt alles aan doen om een vrouwelijke president te krijgen? Dan moeten zij de verkiezingsstrijd voor hun kandidate niet moeilijker maken dan die al is.