Het geloof in eigen kunnen zit diep bij familiebedrijven. Dat maakt hen weerbaar tegen concurrenten en grillige marktontwikkelingen. Maar om relevant te blijven moet hun product wel in een behoefte voorzien. Dit tiental familiebedrijven slaagde erin de markt te verrassen met frisse ideeën en duurzame innovaties.
Octatube (Glazen markthal)
Rotterdam kreeg er met de Markthal een architectonische attractie bij. De metershoge boog met gekleurde tekeningen is imposant, net als de glazen constructies aan beide kopse kanten. Deze werden bedacht en gemaakt door Octatube, een Delfts ingenieursbureau van vader en zoon Eekhout. Ook de glazen entree van het Van Gogh Museum is van hun hand, net als het opvallende Fletcher-hotel langs de A2 bij Amsterdam.
GPC Kant (Revolutionaire garnalenpelmachine)
Jarenlang reisden gevangen garnalen naar Marokko, waar ze goedkoop werden gepeld. Dat retourtje Marokko is niet langer nodig dankzij een garnalenpelmachine die door vader en zoon Kant werd uitgevonden. Het kostte jaren doorzettingsvermogen, tot het in 2014 lukte om het minuscule diertje machinaal uit zijn jasje te krijgen. Dankzij de familie Kant liggen de schaaldiertjes al een dag na de vangst bij de visboer. In juni 2016 opende het familiebedrijf GPC Kant een nieuwe garnalenfabriek in Lauwersoog.
Quooker (De kokendwaterkraan)
Theewater koken op het gasfornuis, of in een elektrische waterkoker? Dat is behoorlijk ouderwets voor wie een Quooker in de keuken heeft. Uit deze kraan komt immers al direct kokend water. Een op de drie nieuwe keukens wordt er al mee geleverd. Niet alleen een kopje thee, maar zelfs koken krijgt een nieuwe dimensie met de Quooker. Pasta is in een mum van tijd al dente, rijst en aardappelen zijn minuten eerder gaar.
Geestelijk vader van de Quooker is Henri Peteri. Als topmanager bij Unilever was hij betrokken bij de ontwikkeling van instant-soep, het latere Cup-a-Soup. Het idee was dat je met een zakje poeder en kokend water in luttele seconden een kop soep kon maken. Wel jammer, vond Peteri, dat je daarvoor eerst vijf minuten op kokend water moest wachten. In gedachten zag hij het al voor zich: een kraan met direct kokend water. Peteri nam ontslag — nogal spannend met zes kinderen — en begon te knutselen in zijn kelder. Na een zevende hypotheek op zijn huis zat hij financieel aan de grond. Peteri moest aan het werk om zijn gezin te onderhouden.
Het project kwam weer in beweging toen zoon Niels besloot zijn vader te helpen. Met succes: in 1992 was het prototype klaar. Maar toen moest de innovatieve kraan nog aan de man worden gebracht. Dat viel niet mee. Consumenten dachten dat de Quooker onveilig was en energie slurpte. Ditmaal was het zoon Walter die een geslaagde bijdrage leverde: zijn affiniteit met verkoop en marketing gaf daarbij de doorslag. Zo kreeg hij het voor elkaar dat de Quooker regelmatig figureerde in de tv-serie Gooische Vrouwen. Anno 2017 draait de fabriek in Ridderkerk op volle toeren. De omzet steeg van 32 miljoen euro in 2013 tot 64 miljoen euro in 2016. Het bedrijf verkoopt in tien Europese landen en sinds 2015 ook in de Verenigde Arabische Emiraten.
Van Oord (Opgespoten eilanden)
Baggerbedrijf Van Oord maakte internationaal naam met de bouw van de palmboom- en wereldeilanden in Dubai. De prestigieuze orders blijven binnenstromen. Zoals de aanleg van een tweede parallel gelegen Suezkanaal. Vorig jaar kon Van Oord zijn sleephopperzuigers naar Jakarta sturen voor een nieuw te bouwen kunstmatig eiland. Anders dan in Dubai, waar vooral vakantievilla’s verrijzen, is het Indonesische eiland bedoeld om de sterk groeiende bevolking in deze regio op te vangen.
Koppert Biological Systems (Pionier in hommels en sluipwespen)
Hommels, sluipwespen, wantsen en roofmijten. Koppert Biological Systems verdient al jaren geld met de verkoop van de allerkleinste diertjes. Het bedrijf weet met welke natuurlijke vijanden het uiteenlopende plagen kan uitschakelen.
Het succesverhaal begint in 1967. Komkommerkweker Jan Koppert constateert dat zijn planten worden aangetast door spint. Het ongedierte blijkt resistent voor de chemische gifspuit, terwijl het zijn eigen gezondheid geen goed doet. Koppert start een experiment: hij bestelt een doosje mijten bij een laboratorium in Zwitserland. En staat versteld van het resultaat. Terwijl de spint de meest zware giffen overleeft, kwijnt hij weg door mijten.
Koppert Biological Systems produceert en verkoopt inmiddels tachtig natuurlijke oplossingen voor plagen en ziekten. Het bedrijf draaide in 2016 een omzet van 180 miljoen euro. Vooral de hommel blijkt een lucratief beestje. Voor tomatenkwekers was het lange tijd heel gewoon om tomatenplanten handmatig te bestuiven. Tegenwoordig laten ze dat aan hommels over. Wekelijks kweekt Koppert duizenden hommels in Slowakije, de Verenigde Staten, Mexico en Turkije. Ze worden in nestkasten geplaatst en gaan zo naar de klant. Koppert is mondiaal marktleider in biologische bestrijdingsmiddelen en claimt dat het 50 procent van deze groeimarkt in handen heeft.
Met 35 vestigingen in het buitenland en 1.300 medewerkers richt het familiebedrijf zich nu ook op de buitenteelt. Daarvoor produceert zij schimmels en bacteriën die gewassen sterker maken tegen ziekten. Dat is lastiger, omdat chemiereuzen als Monsanto en BASF inmiddels óók naar biologische oplossingen zoeken. Maar Koppert Biological Systems heeft een halve eeuw voorsprong in kennis. Jaarlijks investeert het bedrijf 10 procent van de omzet in R&D. Ook de platte organisatiestructuur is wellicht een voordeel. Medewerkers krijgen ruimte voor nieuwe ideeën. De familie zit op diverse plekken in het bedrijf: Peter Koppert richtte het bedrijf samen met zijn vader op. Zijn broer Paul Koppert zit met neef Henri Oosthoek in de directie.
Anker Stuy (Wonderverf)
Donkere fietspaden, wegen en parkeergarages worden veiliger dankzij de glow in the dark-verf van Anker Stuy. Het Friese familiebedrijf in verven, coatings en beitsen ontwikkelde een verf die zonlicht kan opslaan en het licht weer uitstraalt als het donker is. Het experimenteren gaat door. In het laboratorium wordt gewerkt aan verf die zonnestralen opvangt en omzet in stroom. Over tien jaar moet dat volgens Anker Stuy mogelijk zijn.
Royal Huisman Shipyard (Speelgoed voor de allerrijksten)
Oogstrelende zeil- en motorjachten voor de wealthy few. Wereldwijd behoort Royal Huisman tot de grootste bouwers van schepen met een lengte van 25 tot 90 meter. Prijzen lopen op tot tientallen miljoenen per meter. Daar krijgt de klant wel wat voor terug: ambachtelijk vakmanschap en oogstrelend design, gecombineerd met hightech-apparatuur. Het familiebedrijf begon al in 1884 met de bouw van vissersbootjes. Na 1945 specialiseerde het zich in wedstrijdjachten. Met succes: twee keer won een Royal Huismanschip de Whitbreadrace (nu Volvo Ocean Race). Sinds 1982 bouwt Royal Huisman uitsluitend luxe privé-zeiljachten. In 2014 werd de superjachtenbouwer overgenomen door een ander familiebedrijf, Koninklijke Doeksen.
Lely Industries (Hightech-boeren)
Melken is niet meer hetzelfde sinds de melkrobot van Lely Industries zijn intrede deed. De koe loopt zelf de machine in en wordt volledig automatisch gemolken. Uren tijdwinst voor de boer. En dat niet alleen. Dankzij sensoren op elk dier verzamelt de melkrobot belangrijke data. Deze informatie kan worden gedeeld met een smartphone. Zo volgt de boer, zelfs vanaf zijn vakantieadres, de gezondheid en productiviteit van zijn kudde.
De melkrobot is duur, zo’n 110.000 tot 125.000 euro; toch heeft eenderde van de melkveehouders er al een of méér. Lely verkoopt in zestig landen. Het familiebedrijf zet sterk in op zowel product development als innovatie. Lely behoort steevast tot de top-10 van octrooihouders. In het innovatieteam zitten zo’n vijftig ingenieurs.
Hendriks Graszoden (Hollandse sprietjes op het EK)
Nederland was er niet bij op het EK voetbal, vorig jaar in Frankrijk. Toch gaf ons land een leuk visitekaartje af. Nog vóór de achtste finale kreeg graszodenproducent Hendriks een telefoontje van Europese voetbalbond UEFA. De grasmat van het stadion in Lille was zo slecht dat het moest worden vervangen. Dat gebeurde: in 24 uur zorgde Hendriks voor een nieuw strak voetbalveld.
De graszoden van de drie broers Hendriks genieten wereldfaam. Het Limburgse familiebedrijf kweekt niet alleen het perfecte gazon — een kwestie van kennis, innovatie en aangepaste technieken. Hendriks investeerde óók fors in logistiek zodat het met spoed — overal ter wereld — een voetbalveld kan vervangen. Het begon in 1996 bij de opening van de Amsterdam Arena. Het gras wilde onder het schuifdak niet groeien. Inmiddels zijn Champions League-stadions grote afnemers. Al blijft de achtertuin van Nederlanders belangrijk. Tweederde gaat naar tuincentra, inclusief stadiongras.
Agio Cigars (Van bolknak naar 3D-printer)
Het 110 jaar oude Agio Sigaren verdient nog steeds aan de productie van sigaren. Maar de groeikansen zijn beperkt. Daarom begon Jonas Wintermans, telg van de jongste generatie, iets nieuws: 3D-printing. Hij richtte Additive Industries op, maker van metalen componenten voor de hightech-industrie. Is er enig verband met sigaren? Jazeker: Agio investeerde al in machinerie om sigaren en verpakkingen te produceren. Die technologie werd gebruikt om ook andere industrietakken te bedienen.
Het familiebedrijf nam in 2013 ook 50 procent van de aandelen van de NTS Group over, een hightech-machinebouwer die levert aan ASML en Philips. Agio heeft de intentie de rest van NTS Group te kopen. Daarmee zouden de hightech-activiteiten weleens de oorspronkelijke sigarenbusiness kunnen overschaduwen. Boris en Jonas Wintermans staan als vierde generatie aan het roer van Agio Cigars. Ook vader Ad Wintermans is nog actief als directeur.