Boels Rental is een van de grootste verhuurders ter wereld. Het Limburgse familiebedrijf is actief in sectoren als de bouw, infra, industrie, logistiek, evenementen en overheid. Eigenaren Pierre en Lilian Boels vertellen over innovatie, het oranje bloed en de bedrijfsopvolging.
Ook grote bedrijven beginnen klein. Boels Rental werd in 1977 opgericht en opereerde aanvankelijk vanuit een garagebox in het dorpje Amstenrade. “Het ondernemen zat mijn ouders in het bloed”, zegt CEO Pierre Boels. “Eerst hadden ze een kruidenierswinkel, daarna een aannemersbedrijf. Regelmatig kwamen mensen bouwapparatuur lenen. Zoals dat gaat met lenen, kwam het materieel niet altijd vanzelf terug. Toen besloot mijn vader de spullen te verhuren. Nu bestaat Boels Rental uit zo’n 7000 werknemers en 750 vestigingen verspreid over 18 Europese landen. We hebben partnerships met 2500 bouwmarkten, een vlootwaarde van ruim 2,3 miljard en een CAPEX die dit jaar 450 miljoen bedraagt.”
Deeleconomie
Wat goed is, gaat lang mee. Zoals de voormalige slogan ‘Boels verhuurt bijna alles’. “Die is nog door mijn vader bedacht”, vertelt Pierre Boels. “De kern van deze boodschap geldt nog steeds: we hebben zo’n breed assortiment, dat ik sneller kan benoemen wat we níet verhuren. Mede dankzij deze unieke propositie verdubbelen we iedere vijf jaar onze omzet. En de rek is er nog lang niet uit. Ten eerste is de verhuurmarkt nog niet geconsolideerd. Begin 2022 hebben we bijvoorbeeld het grootste pompverhuurbedrijf van Nederland verworven. Ten tweede wordt er meer gehuurd dan ooit. Dat heeft voor een groot deel met de deeleconomie te maken. Vroeger huurden mensen spullen die ze niet hadden, tegenwoordig omdat ze datzelfde materieel niet willen bezitten. Dat geldt ook voor bedrijven. Huren is vaak rendabeler dan het aanschaffen van assets: het legt geen beslag op kapitaal en brengt geen hoge bezettingsgraad en beheerkosten met zich mee.”
DNA
WE VINDEN HET BELANGRIJK DAT ONZE WERKNEMERS HET FAMILIEGEVOEL ERVAREN
Het hoofdkantoor van Boels Rental staat tegenwoordig in Sittard. Hier werken zo’n vijfhonderd mensen, waaronder Lilian Boels. “Het is hier net zo dynamisch en uitdagend werken als bij een beursgenoteerd bedrijf”, zegt ze. “Onze organisatie is continu in beweging. Dat zit nu eenmaal in ons DNA: we slaan graag nieuwe wegen in, zodat we kansen kunnen pakken om door te groeien. Die ambitie verwachten we ook van onze medewerkers. Om hun persoonlijke ontwikkeling en carrière te faciliteren, investeren wij daar actief in.”
Digitale transformatie
De afgelopen jaren heeft Boels Rental volop geïnvesteerd in zijn digitale transformatie. “Digital experts kunnen hier werken met technologieën als AI en data-analytics”, zegt Pierre Boels. “Bij het vernieuwen van onze vloot zetten we sterk in op machines met IoT. Door te innoveren in service en logistiek willen we onze klanten steeds de beste customer journey bieden. Dat we daarin slagen, blijkt wel uit het feit dat we aan vernieuwende, maar ook aansprekende projecten werken. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld betrokken bij de bouw van de Tesla Gigafactory in Berlijn. Door digitale ontwikkelingen en dienstverlening worden daar op een efficiënte manier 1500 Boels-machines tegelijk ingezet.”
Familiegevoel
Voor het eerst sinds de uitbraak van corona hield Boels Rental dit jaar wederom het traditionele jubilarisevent, een van de vieringen en bijeenkomsten die men organiseert voor medewerkers. In Maastricht werden werknemers uit heel Europa in het zonnetje gezet. “We blijven toch een familiebedrijf”, zegt Lilian Boels die, zoals altijd, met haar man aanwezig was. “Pierre en ik vinden het heel belangrijk dat er binding is tussen alle lagen binnen de organisatie, dat werknemers het gevoel hebben hier deel uit te maken van één grote familie. Het oranje bloed, noemen we dat intern.”
Opvolging
Zoals dat gaat in familiebedrijven komt ook bij Boels Rental de opvolgingsvraag om de hoek kijken. “Ik ben tweeënveertig jaar geleden, op mijn achttiende, in het bedrijf van mijn ouders gaan werken”, zegt Pierre Boels. “Toen was het vrij normaal om op jonge leeftijd in een familiebedrijf mee te draaien; nu ligt dat toch anders. Lilian en ik hebben met onze kinderen afgesproken dat ze niet voor hun dertigste tot het bedrijf toetreden. Wij vinden het belangrijk dat ze hun vleugels kunnen uitslaan en in alle vrijheid kunnen ontdekken waar hun ambities liggen. Dan kunnen ze daarna altijd nog beslissen of ze in het familiebedrijf willen werken. Inmiddels werkt onze oudste zoon hier bijna een jaar. Of onze andere twee kinderen ook in het familiebedrijf stappen, zal de toekomst uitwijzen.”