Het kabinet gaat actie ondernemen om jihadisme tegen te gaan. Het wordt gemakkelijker om de Nederlandse identiteit van een jihadist af te pakken en strijders die terugkeren van hun jihad moeten harder kunnen worden aangepakt.
Er waren al geruchten, en vandaag maakten ministers Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, PvdA) en Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) het dan inderdaad bekend: de twee hebben de handen ineengeslagen om jihadisme en radicalisering aan te pakken. ‘In Nederland is geen ruimte voor haatzaaien of extremisme’, laten ze in een brief aan de Tweede Kamer weten.
De ministers noemen de ‘jihadistische beweging’ het tegenoverstelde van de Nederlandse democratie en willen met hun pakket maatregelen het jihadisme in Nederland onderuit halen. Wat zijn de belangrijkste plannen van het kabinet?
* Een jihadist raakt zijn paspoort vanaf dit najaar sneller kwijt. Jihadgangers die zich aansluiten bij een terroristische strijdgroep, zoals bijvoorbeeld IS, kunnen direct hun Nederlandse identiteit moeten inleveren. Nu is nog een veroordeling in een strafzaak nodig, voordat hun Nederlanderschap mag worden afgenomen.
Ook instructeurs, die jihadstrijders opleiden, of Nederlanders die een opleiding tot strijder volgen in een trainingskamp, kunnen hun Nederlandse identiteit verliezen. Over deze laatste groep moet volgende week al een wetsvoorstel komen.
* Het kabinet gaat strijders die na hun jihad terugkeren naar Nederland scherper in de gaten houden. Asscher en Opstelten denken aan verschillende tijdelijke manieren om te voorkomen dat de terugkeerders verder radicaliseren. Onder meer een periodieke meldplicht en een contactverbod met bepaalde mensen of groepen staan op het lijstje.
* ‘Jihadistische informatie’ op sociale media wil de regering in de kiem smoren. De identiteit en persoonlijke gegevens van mensen die ‘radicaliserende, haatzaaiende of gewelddadige’ informatie delen, wordt vastgesteld en doorgespeeld aan de politie.
Een speciaal politieteam krijgt vervolgens de taak om de online jihad te bestrijden en strafbare uitspraken op te sporen.
* Tot slot zouden Asscher en Opstelten graag voorkomen dat mensen zich aansluiten bij jihadistische groepen als IS. Als iemand ervan wordt verdacht naar een conflictgebied te willen reizen, om aan de kant van die groepen mee te vechten, krijgt hij of zij een zogenaamd uitreisverbod.
Het Nederlands paspoort is dan niet meer geldig en de (vermoedelijke) strijder kan niet meer met behulp van dit paspoort buiten de Europese Unie reizen.