Teeven: ik neem uitspraak Raad van Europa over illegalen serieus

''

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Fred Teeven (VVD) noemt het oordeel van Raad van Europa over de opvang van illegalen in Nederland niet juridisch bindend, maar neemt die visie wel degelijk serieus.

In een interview met weekblad Elsevier van deze week zegt hij: ‘Het zijn geen rechters, maar hun aanbevelingen zijn wel gezaghebbend.’

Op de vingers

Eerder deze week oordeelde het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa dat Nederland het Sociaal Handvest voor de Rechten van de Mens schendt door uitgeprocedeerde asielzoekers geen ‘bed, bad en brood’ te bieden.

Teeven heeft zelf nog geen oordeel over deze uitspraak. Hij wil afwachten of het Comité van Ministers van de Raad van Europa die visie overneemt. Maar hij wijst erop dat Nederland het doorgaans toejuicht als een ander land op de vingers wordt getikt.

‘Datzelfde comité zegt ook wel eens iets over gevangenissen in Wit-Rusland en dan vinden wij het goed dat die gevangenissen daar een beetje op niveau komen. Je kan dus niet zeggen: het stelt niets voor, maar het bindt je juridisch niet. Het is wel politiek gevoelig. En er was een zaak in Zweden waarbij het Comité voor Sociale Rechten een aanbeveling deed en het Comité van Ministers dat afwees,’ zegt Teeven in Elsevier.

Houdini

Hij heeft met vreemdelingenbeleid een portefeuille waarover de coalitiepartijen VVD en PvdA totaal verschillend denken. Teeven schetst zichzelf in Elsevier als ‘een Houdini tussen twee bergen met een koord ertussenin, de PvdA-berg en de VVD-berg. Je probeert met een stok op dat koord overeind te blijven en loopt de hele dag heen en weer’.

De voormalig officier van Justitie die bekend stond als boevenvanger noemt zichzelf in Elsevier ‘gepensioneerd crimefighter die politicus is geworden.’ Dat hij een zaak als het kinderpardon loyaal heeft kunnen uitvoeren, heeft hem zelf verbaasd. Onveranderd is zijn passie voor de rechten van slachtoffers.

Eind van de week stuurt hij een wetsvoorstel naar de Kamer waarin slachtoffers in de rechtszaal onbeperkt spreekrecht krijgen en zich onder meer mogen uitlaten over de schuld van de verdachte en de straf. Nu mogen ze alleen zeggen wat het misdrijf voor hen persoonlijk betekent.