Het sociaal akkoord tussen het kabinet, werkgevers en werknemers laat op zich wachten. Voor een goed akkoord is een zelfverzekerd premier nodig, geen bedelkabinet.
Een keiharde tijdslimiet liet VVD-premier Mark Rutte zich dinsdag in de Tweede Kamer niet opleggen, maar D66-leider Alexander Pechtold draaide hem de duimschroeven aan.
Wanneer komt het nou, dat sociaal akkoord? En doet het kabinet nu helemaal niks, terwijl vakbeweging en werkgevers bedisselen wat er overblijft van het bezuinigingsbeleid?
Boos
Rutte bezwoer dat hij achter de schermen meeonderhandelt en regie voert. Maar hij heeft de schijn tegen. Onlangs plande het kabinet 4 miljard euro aan extra bezuinigingen. De FNV was boos.
Rutte toog naar een café in den Bosch om FNV-voorman Ton Heerts te paaien en een biertje voor hem te kopen. Zo liggen de verhoudingen. Een sterk kabinet zet sociale partners onder druk.
Een wankel kabinet bedelt om steun bij bonden en bazen. Die fietsen vervolgens alle hun onwelgevallige voorstellen uit het kabinetsbeleid en deponeren de onbetaalde rekening op het bureau van de premier.
Rem
De coalitie van VVD en PvdA snakt naar een ‘sociaal akkoord’ in de veronderstelling dat de oppositie in de Eerste kamer dan niet meer tegen het kabinetsbeleid durft te stemmen. Daar zit iets in.
Maar als het een slecht akkoord is dat de financiële problemen alleen maar groter maakt en een extra rem zet op de broodnodige hervorming van de arbeidsmarkt, dan zullen CDA en D66 het Rutte II in de Eerste kamer heus niet van een meerderheid voorzien.
Zon
Rutte blijft achter elke wolk de zon ontdekken, maar de scheidslijn tussen optimisme en roekeloosheid wordt dunner.
Voor een goed sociaal akkoord is de krachtige hand van een zelfverzekerd premier nodig. Niet de poldermassage van een bedelkabinet.