Het is mij een raadsel waarom de hedendaagse liberalen hun best doen het liberalisme in een moreel faillissement te storten.
Je hebt van die mensen in wier oordeelsvermogen je zo veel vertrouwen hebt dat je aan hun inzichten waarde hecht. Jérôme L. Heldring is voor mij zo iemand.
Bij hem vraag ik mij niet zozeer af of, maar eerder waarom hij gelijk heeft. ’s Lands wijste oud-columnist merkte vorig jaar in Elsevier op dat de VVD nooit veel belangstelling had voor de buitenlandse politiek.
Heldring heeft gelijk. Niettemin ben ik er niet zeker van of die belangstelling altijd al afwezig is geweest. Mijns inziens is zij vooral het laatste decennium afgenomen. De liberale verwaarlozing van de buitenlandse politiek begon rond 2004 en heeft zich gemanifesteerd op vijf onderwerpen.
Turks EU-lidmaatschap
In de eerste plaats het akelige besluit om de EU-onderhandelingen met Turkije te beginnen. Nederland had in de tweede helft van 2004 de EU-voorzittershamer in handen. Het toenmalige CDA/VVD/D66-kabinet vond dat Turkije ‘in voldoende mate’ voldeed aan de criteria voor het starten van de onderhandelingsgesprekken. Ook toenmalig fractievoorzitter Jozias van Aartsen wilde Turkije er koste wat het kost bij, net als toenmalig VVD-staatssecretaris van Europese Zaken Atzo Nicolai.
Later, toen de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan furieus reageerde op de Deense cartoons over de profeet Mohammed, vond Van Aartsen dat Turkije misschien toch maar geen EU-lid kon worden. Dat was uiteraard te laat.
Eerwraak
De beslissing om de onderhandelingen te starten, was niet alleen een blunder van formaat. Zij verdeelde de VVD zeer en leidde tot een scheur in de Tweede Kamerfractie. Overigens had Frits Bolkestein, als enig lid van de toenmalige Europese Commissie, tegen het onderhandelingsadvies gestemd.
Een ander teken van verwaarlozing is de zogenoemde ‘receptorbenadering’ ofwel de antropologische mensenrechtenvisie van de liberalen, waarin de universaliteit van mensenrechten wordt gerelativeerd.
Zo wordt een gruwelijke praktijk als eerwraak opeens een culturele context toegedicht, waarmee rekening moet worden gehouden. Terwijl de enige juiste boodschap hoort te zijn: eerwraak is verwerpelijk, ongeacht waar.
Rustiek tijdverdrijf
Ten derde getuigde de ongelukkige keuze voor Uri Rosenthal als chef van de Nederlandse diplomatie niet van belangstelling voor de buitenlandse politiek.
In ondiplomatieke termen wekte hij de indruk te walgen van zijn eigen medewerkers door hun beroep een ‘rustiek tijdverdrijf’ te noemen. Hiermee verstoorde de bestuurskundige Rosenthal de politiek-ambtelijke verhoudingen op zijn departement te zeer. Dat zelfs zijn topambtenaar de telefoon niet meer opnam als Rosenthal belde, spreekt boekdelen.
Apathie
De Machiavelli van de Lage Landen, zoals hij zichzelf maar al te graag presenteerde, geloofde in het primaat van de economische diplomatie waarin de Nederlandse belangen centraal staan. Op zichzelf is dit een uitstekend streven, maar het zou niet het enige moeten zijn.
Rosenthals eenzijdige aandacht daarvoor deed hem andere zaken veronachtzamen, zoals het opkomen voor bedreigde landgenoten. Denk aan de Iraans-Nederlandse vrouw Zahra Brahimi. Rosenthals apathie werd haar fataal.
Diplomatie hoort immers gestoeld te zijn op verschillende aspecten, waarvan het economische slechts één onderdeel is. Een verre voorganger van Rosenthal, Eelco van Kleffens (minster van 1939 tot 1946), sprak hierover rake woorden: ‘Je ne parle pas fromage‘, oftewel: ik spreek geen kaas.
Vredesengel Erdogan
Het vierde punt raakt aan de opportunistische verontwaardiging bij het recente bezoek van de Russische president Vladimir Poetin aan ons land – terwijl de liberalen muisstil waren bij het bezoek van de Turkse premier Erdogan een maand eerder. De Russische mensenrechtensituatie zou volgens de VVD ‘beroerd’ zijn en dat moest Poetin eens weten.
En de Turkse mensenrechtensituatie dan? Nou, over vredesengel Erdogan valt blijkbaar niets dan goed te melden. En mensenrechtenschendingen elders, zoals in Egypte? Geen zorgen. De liberalen steunden PvdA-minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zelfs in zijn verdediging van de miljarden aan Europese meerjarensteun aan Egypte. Democraat Mohammed Morsi dient te worden aangemoedigd, nietwaar?
Dieptepunt
Het echte dieptepunt werd onlangs bereikt toen de VVD ALDE report 24 over de situatie in Syrië op de Kameragenda liet zetten. De auteur, Koert Debeuf, is voormalig adviseur van Guy Verhofstadt en vertegenwoordiger van de Europese liberalen in de Arabische wereld. Hij noteerde enkele dubieuze observaties van de Syrische rebellengroepering Jabhat-al-Nusra, ook wel de Syrische Al-Qa’ida genoemd en door de Verenigde Staten als een terreurorganisatie aangemerkt.
Zo zouden strijders van Al-Nusra ‘zeker geen engelen zijn’ maar ‘de meeste van hen zijn geen jihadisten maar mensen die zich aansloten bij deze groepering wegens haar goede reputatie’. Volgens Debeuf betekent ‘het feit dat de strijders lange baarden hebben niet dat ze Jihadisten zijn’.
‘Vrijheid’
Al-Nusra zou verder niet doen aan plunderingen en diefstal en nooit haar zelfcontrole verliezen. Ook wist hij ‘een voor het Westen belangrijk detail’ te melden, namelijk dat Al-Nusra-leden die de Syrische stad Aleppo tot een Islamitische staat hadden uitgeroepen van hun leidinggevenden gevangenisstraf opgelegd kregen omdat zij met hun visie niemand vertegenwoordigen.
Tot zover de ‘liberale’ sales promotion van de Syrische Al-Qa’ida.
Geachte lezer, het volstaat door in een zoekmachine ‘Jabhat Al-Nusra’ in te toetsen en te ontdekken wat deze barbaren zoal op hun geweten hebben. Mijn pen zal het mij niet vergeven wanneer ik haar zou belasten met de loodzware taak de gruwelijkheden te beschrijven die Al-Nusra in Syrië pleegt uit naam van ‘vrijheid’.
Moreel faillissement
Overigens mag niet ongenoemd blijven dat Debeuf zijn visie over Egypte vorig jaar wereldkundig heeft gemaakt door te stellen dat president Morsi – u weet wel, hij die kinderen haat wil bijbrengen over de Joden en die vrouwen en christenen vogelvrij heeft verklaard – ‘een zege voor de Egyptische liberalen‘ is. Bovendien zou Morsi’s verkiezingswinst het beste zijn wat Egypte kon overkomen.
Het is mij een raadsel waarom de hedendaagse liberalen hun best doen het liberalisme in een moreel faillissement te storten.