Prima idee: uitkeringenverdrag met Marokko opzeggen

Het kabinet hoopt dat Marokko nu toch wil praten en dat het uitkeringenverdrag met dat land niet hoeft te worden opgezegd. Maar het is juist een zegen als dat verdrag van tafel gaat.

Nederland is al te vaak niet de baas over zijn eigen wetten, zo blijkt nu weer uit het uitkeringenconflict met Marokko. De Nederlandse regering heeft in 1972 de Marokkaanse regering een vetorecht toegekend voor het geval Nederland de export van uitkeringen naar Marokko zou willen aanpassen.

Het is een verbijsterende gedachte: je geeft een ander land geen inspraak, geen medezeggenschap, maar zelfs een vetorecht over jouw eigen uitkeringen.

Uitkeringsfraude

Er is nu veel twijfel of het wel zo’n goed idee is om dat uitkeringenverdrag uit 1972 op te zeggen, een stap waartoe het kabinet zich gedwongen voelt omdat Marokko niet wil meewerken aan het verlagen van uitkeringen volgens het nieuwe ‘woonlandbeginsel’.

Gevreesd wordt dat Marokko niet meer wil meewerken aan het opsporen van uitkeringsfraude, aan het terugnemen van illegalen en het bestrijden van terrorisme en andere misdaden.

Talmen

De vrees voor Marokkaanse tegenmaatregelen was tot dusver de belangrijkste reden voor het kabinet om te talmen met opzeggen van het verdrag, al zal bij de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en bij PvdA-bewindslieden zal ook het koesteren van de band met de Marokkaanse achterban hebben meegespeeld.

Nu Marokko systematisch blijft weigeren mee te werken aan aanpassing van de uitkeringen, wil het kabinet het uitkeringenverdrag uit 1972 alsnog opzeggen. Maar eigenlijk hoopt het kabinet dat het niet zover komt, omdat Marokko onder druk van het opzeggen van het verdrag wellicht alsnog wil meewerken aan het verlagen van uitkeringen.

Door de pomp

De kans dat Marokko alsnog door de pomp gaat, is niet bijster groot. Het zou een geweldig gezichtsverlies zijn voor Marokko – en gezichtsverlies telt daar aanzienlijk meer dan hier. De Marokkaanse regering heeft er een groot nummer van gemaakt.

Volgens de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken is opzeggen van het verdrag ‘een onvriendelijke daad’ en zal Marokko ‘er alles aan zal doen de rechten van Marokkanen in Nederland te verdedigen’.

Toontje lager

Marokko hoopte tot dusver – en hoopt misschien nog – dat juist Nederland een toontje lager zou zingen onder druk van mogelijke Marokkaanse tegenmaatregelen. Maar Nederland heeft zich al te lang laten chanteren.

Het kabinet-Rutte hoopt dus dat Marokko zich alsnog bedenkt, opdat het schrappen van het uitkeringenverdrag uit 1972 niet nodig is. Maar eigenlijk moet worden gehoopt dat Marokko niet meewerkt, zodat schrappen van dat verdrag onafwendbaar wordt.

Dat verdrag is namelijk een schande. Als het van tafel gaat, wordt Nederland tenminste weer ietsje meer baas over zijn eigen wetten en zijn eigen uitkeringen.