Er wordt wel eens getwijfeld aan het effect van sancties, maar op dat punt weten Iran, Noord-Korea en inmiddels ook Rusland wel beter. Alle reden om ook eens te kijken naar de sancties waarvan Nederland dit jaar het doelwit was.
Een sanctiedreiging van het lichtere soort kwam uit Marokko. In Den Haag werd gemeend dat Marokko de strafrechtelijke samenwerking zou opzeggen, en ook een einde zou maken aan het controleren, door Nederland, van Nederlandse bijstandstrekkers die een huis bezitten in Marokko. Die strafmaatregel dreigde in reactie op het Nederlandse besluit om in Marokko uitgekeerde kinderbijslag en enkele uitkeringen met 40 procent te verlagen.
Asscher
In elk geval slaagde Marokko er daarmee uitstekend in kabinet en coalitie in Nederland te verdelen. PvdA-minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken is inmiddels zover dat hij het uitkeringenverdrag met Marokko wil opzeggen, maar zijn collega van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Justitie stribbelen tegen, evenals de PvdA in de Kamer.
Ook in het conflict met Turkije – tot een openlijke sanctiedreiging kwam het niet – is Asscher de aanjager. Hij verlangt dat Nederlandse Turken Nederlands zijn en Nederlands denken en wil niet dat Turkije ervoor zorgt dat Nederlandse Turken Turks zijn en Turks denken. Turkije begon daarop in ongekende bewoordingen op Nederland te schelden.
Premier Mark Rutte (VVD) en minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) lieten zich die beledigingen welgevallen. Aannemelijk is dat voor Rutte en Koenders geopolitiek of de belangen van Nederlandse bedrijven meer tellen dan de Turksheid van Turkse Nederlanders.
Schimmig
Echte economische sancties kwamen dit jaar uiteraard uit Rusland. Maar er zijn, of waren, of dreigden ook nog echte economische sancties door Saudi-Arabië, bovendien specifiek gericht tegen Nederland. Schimmiger dan die sanctiedreiging tref je ze echter zelden.
Een jaar geleden stuurde PVV-leider Geert Wilders een sticker aan de Saudische ambassade in Den Haag waarin hij de islam, de profeet van de islam als ook Saudi-Arabië op de van hem bekende wijze sloganesk onder de loep nam.
Achter de schermen schijnt Saudi-Arabië daarover al eerder te hebben geklaagd, maar pas halverwege mei stond in een Saudische krant op basis van een anonieme bron dat Saudische bedrijven opdracht hadden gekregen geen nieuwe klussen aan Nederlandse bedrijven te gunnen, en dat visa werden beperkt.
Puberaal
Ook dit conflict zorgde meteen voor een scheiding der geesten in het kabinet. Asscher vond het Saudische dreigement ‘krankzinnig’; minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) was van mening dat Nederland ‘geen sorry’ hoefde te zeggen voor ‘een sticker’.
Dat was buiten de waard gerekend: toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (ook PvdA) wees de ‘puberale’ actie van Wilders juist in alle toonaarden af. Timmermans stuurde een topambtenaar naar Saudi-Arabië en kondigde aan er snel zelf heen te zullen gaan ‘om de rotzooi van Wilders op te ruimen’. Net als Timmermans benadrukte Rutte dat Wilders banen op het spel had gezet, gegeven de jaarlijkse export naar Saudi-Arabië van ruim 2 miljard euro.
De suggestie dat het Rutte en vooral Timmermans goed uitkwam om de electorale concurrent Wilders pal voor de verkiezingen voor het Europees Parlement – Wilders leidde de peilingen – via de Saudische band pootje te haken, is nooit helemaal verdwenen. Timmermans gaf daaraan extra voeding, door te suggereren dat Saudi-Arabië inmiddels wellicht welwillend was gestemd, doordat was gebleken dat Wilders de verkiezingen onverwacht niet had gewonnen.
Van de Saudische sancties is nadien weinig meer vernomen. Timmermans, die onverwijld naar Saudi-Arabië zou vertrekken, ging niet. Zijn opvolger Bert Koenders heeft evenmin plannen. Zowel op het ministerie van Koenders als bij werkgeversclub VNO-NCW vragen ze zich nu af of de sancties die nooit officieel zijn ingesteld of ingetrokken, ooit hebben bestaan.