Wereldorde kan alleen ontstaan wanneer internationale spelers het eens worden over de spelregels. Henry Kissinger beargumenteert in zijn nieuwste boek dat deze consensus verder weg is dan ooit.
Zonder orde is niemand zijn leven zeker. Maar wereldorde kan alleen ontstaan als de internationale spelers het eens worden over spelregels. De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger claimt in zijn nieuwste boek World Order dat consensus over internationale regels verder weg is dan ooit.
Religieuze suprematie
Kissinger behandelt vier rivaliserende systemen: de Westfaalse Vrede, de Midden-Koninkrijk-filosofie van het keizerlijke China, de religieuze suprematie van de politieke islam en het democratische idealisme van de Verenigde Staten. Volgens Kissinger is de Westfaalse Vrede, de afspraken gemaakt in 1648 tussen Europese landen na bloedige godsdienstoorlogen, nog steeds de beste methode om stabiliteit te creëren.
Het Westfaalse systeem is gebaseerd op de gelijkheid van de deelnemende staten. Nationale soevereiniteit was belangrijker dan de machtspositie van een mogendheid. De deelnemers kwamen overeen zich niet te mengen in elkaars binnenlandse politiek. Voortaan konden nationale staten zelf beslissen welke religie zij zouden kiezen.
Het uitgangspunt van de gelijkheid van staten kwam ook tot uiting in het diplomatieke protocol. Er werd een ingenieus systeem bedacht waarbij de verschillende delegaties via aparte deuren in een gelijk tempo de onderhandelingstafel konden bereiken, zodat geen enkele delegatie de vernedering hoefde te ervaren om te moeten wachten op de andere delegaties.
Kissinger is lyrisch over het Westfaalse systeem, omdat het de politiek van het machtsevenwicht mogelijk maakte. Het aardige ervan is dat de kosten om oorlog te gaan voeren voor een machtig land te hoog worden, zolang de andere partijen elkaar te hulp schieten. Machtsevenwicht bevordert dus vrede en ontmoedigt oorlog, tenzij een mogendheid hegemoniale pretenties gaat koesteren.
Een bijzonder aspect van de Westfaalse noviteit van gelijkheid van staten was dat alle deelnemende staten dit uitgangspunt onderschreven. Dat is in onze wereld niet meer het geval. De huidige wereld schreeuwt om een nieuwe wereldorde, maar die kan alleen succesvol zijn als alle staten het eens worden over internationale spelregels.
Anti-orde
De Chinese geschiedenis van imperialisme en de expansionistische ambities van de huidige leiders in Peking staan echter op gespannen voet met de Westfaalse orde.
Van de politieke islam verwacht Kissinger ook niets. De radicale moslims kiezen bewust voor de anti-orde. Zij zijn immers vervuld van puurheid en dat is echt iets heel anders dan stabiliteit. De politieke islam is domweg niet geïnteresseerd in internationale samenwerking.
Kissinger stelt de politieke islam op één lijn met revolutionair denken. Zodra mensen vervuld raken van een revolutionaire missie, verliezen zij elke beheersing en zullen zij elk obstakel uit de weg willen ruimen. Desnoods met geweld.
Kissinger waarschuwt ook tegen het onuitroeibare Amerikaanse democratische idealisme. Als de Verenigde Staten alle democratische krachten in de wereld willen helpen, botst dit met de noodzaak om af en toe een dictator te steunen omdat het machtsevenwicht moet worden gehandhaafd. Democratisch idealisme en stabiliteit zijn niet altijd verzoenbaar.
Democratisch idealisme zingt zich niet alleen los van geopolitiek, maar ook van cultuur en geschiedenis. Het is naïef om te denken dat wij Afghanistan of Irak, landen die nooit ervaring hebben opgedaan met het democratische reilen en zeilen, in een oogwenk kunnen transformeren tot voorbeeldige democratieën.
Kissinger is nu 92 jaar en zal niet lang meer onder ons zijn. Voor de laatste keer waarschuwt hij Republikeinse neoconservatieven, Democratische idealisten en isolationisten als Rand Paul dat de Verenigde Staten zich moeten blijven bekommeren om het machtsevenwicht. Van China en de politieke islam kunnen we in dit opzicht immers weinig verwachten.