Wanneer je de regeringspartij als Kamerlid in opspraak brengt, is het normaal gesproken einde verhaal. Maar gek genoeg geldt dit niet voor Mark Verheijen.
Is Mark Verheijen too big to fail? Je zou het langzamerhand wel zeggen. Normaal gesproken val je bij de VVD tamelijk snel in ongenade als je de regeringspartij in opspraak brengt.
Kamerleden als René Leegte (2015), Johan Houwers (2013) en Matthijs Huizing (ook 2013) kunnen er van meepraten. Ze moesten (Leegte) hun portefeuille inleveren na een publicitaire blunder, dan wel vertrekken (Houwers, Huizing) als Kamerlid wegens akkefietjes met justitie.
Schandpaal
Guido van Woerkom? Geen poot stak de partijtop uit toen de VVD’er en kandidaat-Nationale ombudsman aan de schandpaal werd genageld wegens een vier jaar oude uitspraak.
Maar Verheijen – een gekoesterd talent van de partij; zuidelijk stemmenkanon en nu prominent Kamerlid – lijkt wel van teflon. Veel affaires, niks blijft kleven.
Dat kan veranderen. Eerdere onthullingen van Elsevier – over Verheijens wel erg nauwe betrekkingen in Venlo met de nu van corruptie verdachte projectontwikkelaar Piet van Pol – leidden nog niet tot concrete stappen van de partij.
Nu, na een publicatie van NRC Handelsblad over Verheijens omstreden declaratiegedrag als gedeputeerde van Limburg, komen er twee onderzoeken. Eén van de VVD-integriteitscommissie, één van Limburg.
Cliëntelisme
Zelfs als die vaststellen dat er qua declaraties weinig aan de hand was, zou de kwestie-Verheijen binnen de VVD niet voorbij moeten zijn. Zijn nauwe betrekkingen met Van Pol – die veel geld in zijn campagnekas stortte en ten koste van een andere ondernemer, die woensdag aangifte deed tegen Verheijen, een grote bioscoop mocht bouwen – rieken domweg naar cliëntelisme.
Niet strafbaar wellicht, maar wel laakbaar. Dat Verheijen zich steeds beroept op zijn ‘integriteit’ maakt zijn zaak niet sterker en de reputatieschade voor zijn partij alleen maar groter. Een beetje integere vent was allang zelf opgestapt.