Weekers overleeft debat over sponsoring Van Rey

Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) is het debat in de Tweede Kamer over zijn handelen in de zaak-Van Rey zonder al te veel kleerscheuren doorgekomen. Weekers zei de onduidelijkheid rond de zaak te betreuren maar sprak zichzelf vrij van iedere vorm van vriendjespolitiek.

Weekers ging tijdens het debat wel flink door het stof.

Hij zei de onduidelijkheid rond de sponsoring geheel voor eigen rekening te nemen en gaf bovendien aan te lichtzinnig te zijn omgegaan met vragen uit de pers.

Doorvragen

De staatssecretaris herhaalde zijn standpunt dat hij had moeten doorvragen toen de van corruptie verdachte Roermondse ex-wethouder en -senator Jos van Rey hem aanbood een billboard met een foto van Weekers langs de A67 te willen plaatsen.

In plaats daarvan verwees hij Van Rey direct door naar zijn campagneleider Ben Bremmer die de zaak afhandelde.

Persoonlijke campagne

Over de precieze rol van die campagneleider heerst nog altijd onduidelijkheid. Volgens D66-leider Alexander Pechtold leidde Bremmer, zoals hij zelf op zijn Linkedin-pagina schrijft, de persoonlijke campagne van Weekers voor zijn herverkiezing als staatssecretaris.

Dat ontkende Weekers donderdag. Volgens de staatssecretaris was er überhaupt geen persoonlijke campagne en was de reclamezuil een bijdrage van Van Rey aan de lokale campagne van VVD-Weert.

Tegenprestaties

Weekers werd ook stevig ondervraagd over zijn vermoedelijke tegenprestaties richting Van Rey. Weekers besloot onder meer om een belastingkantoor in de stad van Van Rey te houden en zou de voormalige wethouder in contact hebben gebracht met een hoge ambtenaar op het ministerie van Financiën.

Weekers ontkende de aantijgingen met klem. ‘In beide kwesties hebben persoonlijke overwegingen geen rol gespeeld.’

Geen goed idee

Achteraf gezien was de hele reclamezuil geen goed idee, concludeerde Weekers uiteindelijk. De staatssecretaris zei zijn lessen te hebben getrokken.

Die opstelling kon op goedkeuring rekenen van de oppositieleiders die zeiden de discussie als gesloten te beschouwen.

Alleen D66-leider Alexander Pechtold was tot het einde kritisch: ‘Het is jammer dat sommige, feitelijke vragen onbeantwoord zijn gebleven.