Akkoord huizenmarkt kost kabinet 200 miljoen per jaar

Het woonakkoord slaat een gat in de rijksbegroting van 200 miljoen euro per jaar. Dat zei minister voor Wonen Stef Blok (VVD) woensdag in een toelichting op het akkoord dat hij heeft gesloten met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie, SGP en de regeringspartijen VVD en PvdA.

Blok zei dat het ‘in de rede ligt’ dat de tegenvaller van 200 miljoen niet alleen ten laste komt van zijn begroting. Hij benadrukte dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het hele kabinet is om de rijksbegroting sluitend te krijgen.

Impuls

Het akkoord is volgens Blok een impuls voor de huizenmarkt, voor de huurders, de starters op de koopmarkt en ook voor de bouwsector. Ook geeft het nieuwe akkoord een grondslag voor een verhuurdersheffing die het kabinet inzet om de overheidsfinanciën op orde te brengen.

D66-leider Alexander Pechtold wees in de toelichting op het akkoord op de zekerheid voor de lange termijn voor de woningmarkt. Het akkoord leidt volgens hem tot lagere huren dan in het Regeerakkoord, lagere hypotheeklasten, minder energiekosten, minder lege gebouwen, minder btw in de bouw, meer kansen voor starters en zzp’ers op de woningmarkt en meer privacy voor huurders.

Lagere huren

ChristenUnie-leider Arie Slob vindt dat de partijen een kans hebben gegrepen om toekomstbestendige plannen te maken. Voor hem is vooral belangrijk dat de bouwmarkt wordt gestimuleerd, de huurverhoging ‘fors omlaaggaat’ en er beschermende maatregelen komen voor kwetsbare groepen.

SGP-leider Kees van der Staaij sprak tijdens de persconferentie over ‘solide en evenwichtige’ plannen die vertrouwen en helderheid scheppen. Het geeft volgens hem lucht aan de koopsector en haalt ‘de scherpe kantjes af van de huurplannen’.

Hij vindt vooral belangrijk dat de bouw een impuls krijgt en er wat extra’s komt voor starters op de woningmarkt.