Nederland gaat het niet aan Turkije melden wanneer een kind met de Turkse nationaliteit in een pleeggezin wordt geplaatst of te maken krijgt met jeugdzorg. Dat heeft staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) van Volksgezondheid dinsdag gezegd in de Tweede Kamer.
Turkije had om die informatie gevraagd, naar aanleiding van de ophef over het Turkse pleegkind Yunus dat in Nederland bij twee lesbische pleegmoeders woont.
Volgens de biologische moeder van Yunus gaat dat in tegen het islamitische geloof van het kind.
Vanwege de ophef moesten Yunus en zijn pleegmoeders onderduiken.
Kamervragen
‘Er kan geen sprake zijn van bemoeienis van Turkije bij uithuisplaatsing van kinderen of pleegouderschap in Nederland. Dat willen we niet, het hoeft ook niet en dat gaan we dus ook niet doen,’ zei Van Rijn dinsdag. De staatssecretaris reageerde op Kamervragen van CDA-Kamerlid Mona Keijzer.
Afgelopen zaterdag gaf Van Rijn nog aan te overwegen om Turkije voortaan in te lichten over de Nederlandse pleegzorg.
Dinsdag zegt hij dat een informatieplicht aan Turkije bestaat volgens de staatssecretaris niet. Ook gaf hij aan dat in Nederland iedereen, ongeacht religie of geaardheid, volgens dezelfde selectiecriteria in aanmerking blijft komen voor het pleegouderschap.
‘Niet gewenst’
Premier Mark Rutte (VVD) noemde de pleegzorg vorige week een ‘verantwoordelijkheid van Nederland en van Nederland alleen’. Aan de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan maakte Rutte afgelopen donderdag duidelijk dat Turkse inmenging in de Nederlandse jeugdzorg niet gewenst is.