Ambassadeur Kazem Gharib Abadi van Iran in Den Haag is vanaf eind 2010 maandenlang door de AIVD afgeluisterd. De inlichtingendienst hoopte zo informatie te verzamelen over Nederlanders in Iran, zoals de Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami.
Bronnen uit de inlichtingenwereld zeggen zaterdag in NRC Handelsblad dat het afluisteren van een ambassadeur ‘niet uniek’ is.
Toestemming
Voor het afluisteren door de AIVD is volgens de wet toestemming nodig van de minister van Binnenlandse Zaken. In 2010 was dat Piet Hein Donner (CDA). Het is onduidelijk of hij hiervoor daadwerkelijk toestemming heeft gegeven.
Hoewel het afluisteren van diplomaten niet uniek is, gebeurt het niet vaak zeggen ingewijden. Het zou de diplomatieke relaties met een land kunnen schaden, schrijft de krant.
Smokkelen
Met het afluisteren van de ambassadeur hoopte Nederland een beeld te krijgen van de bedoelingen van het Iraanse regime. Dat is maar gedeeltelijk gelukt. Bahrami werd in januari 2011 ter dood veroordeeld voor het smokkelen van drugs.
De Iraanse ambassadeur zei na het vonnis dat het proces nog niet was afgerond, toch werd Bahrami niet veel later geëxecuteerd. Hij was slecht op de hoogte van de plannen van de Iraanse machthebbers. Na de executie van Bahrami verbrak Nederland de diplomatieke banden met Iran.