Asscher wil adres van arbeidsmigranten registreren

Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken (PvdA) geeft gemeenten de bevoegdheid om het eerste verblijfsadres van arbeidsmigranten te registreren. Hij laat daarnaast uitzoeken of het mogelijk is migranten met een verdacht adres niet meteen een burgerservicenummer te geven.

Dat zei Asscher donderdagavond in een debat in de Tweede Kamer over arbeidsmigratie. Uiterlijk eind deze maand moet duidelijk zijn of Nederlandse en Europese wetten het toelaten om de uitgifte van een burgerservicenummers te vertragen op grond van het adres.

Als voorbeeld van een ‘verdacht’ adres, noemt Asscher een huis waar ‘al achttien’ migranten staan ingeschreven. Rotterdam doet al een proef waarbij ambtenaren in zulke gevallen op huisbezoek gaan voordat zij een burgerservicenummer uitgeven.

Proef

Asscher heeft ook met wethouders van Den Haag en Westland, waar veel Midden-  en Oost-Europeanen wonen, afgesproken dat deze een proef mogen doen met de registratie van de verblijfplaats.

Die gemeenten vrezen overlast van massale migratie uit landen als Roemenië en Bulgarije. Asscher zelf benadrukt vooral dat hij ‘uitbuiting, schijnconstructies en overlast’ wil voorkomen.

Tot inkeer

Regeringspartij de VVD is blij met de plannen van Asscher. VVD-Kamerlid Malik Azmani zei in het Kamerdebat dat Asscher ‘tot inkeer’ is gekomen.

Asscher was volgens Azmani eerst ‘zeer negatief’ over voorstellen om migranten die met velen tegelijk op één adres wonen geen burgerservicenummer te geven.