Uitgerekend in de stad waar vierhonderd jaar geleden de grondvesten voor het moderne kapitalisme werden gelegd, regeert al honderd jaar het socialisme. Maar aan die dominantie komt nu waarschijnlijk een einde. D66 overstijgt de PvdA in de peilingen.
Het wordt niet altijd beseft, maar Amsterdam is uniek: nergens in West-Europa is één politieke partij al een eeuw aan de macht in dezelfde stad en geen enkele andere grote stad wordt al sinds de Tweede Wereldoorlog bestuurd door burgemeesters van dezelfde partij.
PvdA-dominantie
Waar in andere delen van het land de hegemonie van een heersende partij of klasse werd doorbroken, bleef de PvdA-dominantie in de hoofdstad in stand.
De politieke concurrentie schikt zich sinds jaar en dag in een bescheiden bijrol. De vraag is daarom gewettigd of er in Amsterdam wel sprake is van een democratie zoals die ooit is bedoeld.
Gemeente bepaalt
Amsterdam ademt PvdA. Niet alleen burgemeester en wethouders, ook veel topambtenaren stemmen op de machtspartij. En de door de PvdA gedomineerde woningbouwverenigingen hebben de helft van alle Amsterdamse huizen in handen.
De gemeente (PvdA) bepaalt samen met deze woningbouwverenigingen (PvdA) en de gesubsidieerde huurdersverenigingen (PvdA) wat er waar gebouwd, verhuurd en verkocht mag worden. En wie dacht dat het onderwijs aan de PvdA-dominantie zou ontsnappen, heeft het mis. De UvA en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) zijn beide PvdA-bolwerken.
Drie wetten
De sociaal-democratische regerende klasse hanteert drie wetten in Amsterdam. De eerste is dat alle Amsterdamse grond in handen van de gemeente moet zijn. In de hoofdstad is daarom 85 procent van de bebouwde grond gemeentebezit. De opbrengsten uit de grond (erfpacht) worden gestopt in sociale huurwoningen.
De tweede wet is namelijk dat een fors deel van alle huizen uit sociale verhuur moet bestaan. Eenderde van de personen in deze ‘sociale’ huizen verdient meer dan 34.000 euro per jaar. Veel te veel dus om in een sociale huurwoning te mogen wonen. Een derde wet houdt in dat iedereen, rijk en arm, autochtoon en allochtoon, door elkaar woont. Omdat de meeste Amsterdammers profiteren van de ‘sociale lusten’, weten zij de PvdA al jaren bij de stembus te vinden.
Einde van een tijdperk
Maar nu lijkt er een einde te komen aan een eeuw lang SDAP/PvdA in de hoofdstad. D66 en VVD hebben hun bijrol van zich afgeschud en openen in een lijstverbinding frontaal de aanval op de machthebber.
De partijen willen halvering van het sociale woningbestand, eigenaren in staat stellen de grond onder hun huis te kopen en meer ruimte voor koophuizen en vrije verhuur. En de aanpak lijkt succes te hebben. D66 heeft PvdA voor nu het eerst ingehaald in de peilingen.
Paniek
Volgens PvdA-lijsttrekker Pieter Hilhorst wil ‘rechts Amsterdam’ de stad beroven van zijn kroonjuweel. Maar de ‘beginnende leraar’ en de ‘loodgieter’ voor wie Hilhorst zegt op te komen, kunnen in Amsterdam helemaal geen huis vinden. Die sociale huurhuizen worden bezet door scheefwoners en allochtonen.
De politiek onervaren Hilhorst lijkt geen grip te hebben op het ‘bastion’ Amsterdam en bij de partijtop verandert de ongerustheid langzaam in paniek. Op 19 maart zou er daarom zomaar een einde kunnen komen aan de unieke sociaal-democratische hegemonie. Maar dat gaat niet zomaar. De PvdA zit in de haarvaten van de hoofdstad.
Lees het volledige artikel in Elsevier van deze week.