Jeugdzorg valt vanaf 1 januari 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Een meerderheid in de Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met de overheveling van de jeugdzorg van het Rijk en de provincie naar de gemeenten.
45 senatoren stemden in met het voorstel van staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) en Fred Teeven (VVD). Alleen SP, GroenLinks, PVV en OSF stemden tegen.
Zorg, reclassering en kinderbescherming
Door het voorstel komen alle jeugdtaken terecht bij de gemeenten. Die moeten zorg dragen voor alle jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Volgens het kabinet kunnen de gemeenten beter maatwerk leveren.
De Tweede Kamer ging in oktober al akkoord. Van Rijn beloofde de gemeenten 150 miljoen euro extra voor psychische zorg voor jeugdigen.
Bezorgde jeugdwerkers
Jeugdwerkers, artsen, kinderrechters en wetenschappers zijn bezorgd over de veranderingen. Er wordt tegelijkertijd 450 miljoen euro bezuinigd op jeugdzorg. Jeugdzorg Nederland is wel voor de overheveling maar vindt het allemaal te snel gaan.
Teeven zegt dat het de ‘grootste stelselherziening ooit’ is in de jeugdzorg. Hij denkt dat het plan een einde maakt aan de bureaucratie en de ‘versnipperde hulpverlening’ in de jeugdzorg.
Meer taken naar gemeenten
Van Rijn is tevreden dat zijn plannen doorgaan: ‘Dit is een heel bijzonder moment voor de zorg voor kinderen en gezinnen. Na jaren discussie over hoe we beter kunnen behandelen, begeleiden en beschermen, hebben we nu een breed gesteunde wet waarmee dat allemaal mogelijk wordt.’
Het overhevelen van de jeugdzorg naar gemeenten is een van de drie grote decentralisaties die het kabinet wil realiseren. Gemeenten krijgen ook de verantwoordelijkheid voor de langdurige zorg en de sociale werkvoorziening.