Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) heeft het Nederlandse publiek en de Tweede Kamer foutief geïnformeerd over het mogelijke aftappen van Nederlandse burgers door de Amerikaanse National Security Agency (NSA).
Door te verklaren dat de Amerikanen achter het aftappen zaten, gaf de minister foute informatie en sprak hij bovendien voor zijn beurt.
Dat blijkt uit de brief die Plasterk, samen met de minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD), maandag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Mond voorbij gepraat
‘Terugkijkend hierop vindt de minister van BZK dat hij deze mogelijke verklaring achterwege had moeten laten,’ schrijft de minister.
Plasterk zegt dat het kabinet op 21 oktober 2013 niets wist van de 1,8 miljoen ‘telefoongesprekken’ die door de NSA zouden zijn afgeluisterd.
Toch bevestigde Plasterk dit door Le Monde en Der Spiegel in de wereld gebrachte nieuws op 30 oktober bij Nieuwsuur en op 6 november tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer. Dit deed Plasterk vanuit ‘een mogelijke verklaring’.
Niet NSA maar NSO
Uit onderzoek bleek later dat de 1,8 miljoen niet op afgetapte telefoongesprekken slaat maar op metadata die door de Nederlandse Nationale SIGINT Organisatie (NSO) waren verzameld tijdens militaire operaties.
Deze informatie werd op 22 november gedeeld met minister Plasterk en zijn collega bij Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD).
Civiele procedure
Om de ‘modus operandi’ van de diensten te beschermen is toen besloten om deze informatie niet met de Kamer te delen.
Vorige week dinsdag is uiteindelijk besloten om vanwege de lopende civiele procedure de informatie toch met de Kamer te delen. Die Kamer zal dinsdag de ministers Plasterk en Hennis nader over deze zaak aan de tand voelen.