De leider van de Amsterdamse PvdA, Pieter Hilhorst, is donderdag opgestapt. Onder zijn leiding leed de lokale PvdA bij de verkiezingen voor de gemeenteraad het slechtste resultaat in haar bestaan.
‘De PvdA heeft flink verloren,’ zegt de geplaagde politicus in een verklaring. ‘Het is mij helaas niet gelukt in Amsterdam deze landelijke trend te keren. Ik ben de politiek ingegaan om het verschil te kunnen maken, omdat ik me druk maak om zaken als taalachterstand, schooluitval en de jeugdzorg. Gezien de uitslag is het beter als iemand anders van de PvdA vecht voor deze idealen.’
Overwinning
De PvdA ging van vijftien naar tien zetels, waarmee de partij voor het eerst sinds 1946 niet meer de grootste partij is in de hoofdstad. Dat is nu D66, dat woensdag een enorme overwinning boekte.
De partij onder leiding van lijsttrekker Jan Paternotte ging van zeven naar veertien zetels. Daarmee is D66 anderhalf keer zo groot. Eerder werd nog gesproken over zestien zetels, maar dat aantal is nu bijgesteld.
Nek-aan-nek
In de peilingen gingen de twee nek-aan-nek, dat de PvdA het rode bolwerk Amsterdam met zo’n groot verschil verloren moest geven, had niemand verwacht.
Publicist Hilhorst was een nieuwkomer in de politiek toen hij in november 2012 Lodewijk Asscher opvolgde als wethouder van Financiën, Jeugd en Onderwijs. Asscher zelf werd minister van Sociale Zaken in het tweede kabinet-Rutte. Tijdens zijn korte politieke loopbaan in Amsterdam lag hij geregeld onder vuur. Zo werd hem een miljoenenblunder van de gemeentelijke belastingdienst aangerekend.