Twee Nederlandse bedrijven hebben goederen en chemicaliën geleverd aan Syrië, die het land heeft gebruikt voor het chemischewapensprogramma. Het gaat om een levering van teflon pompen en 218 ton glycol.
Dat schrijft minister Lilianne Ploumen (PvdA, Buitenlandse Handel) donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Petflessen
In 2002 leverde een bedrijf uit Nederland zes teflon pompen aan Syrië. Daarvoor moest het bedrijf een exportvergunning aanvragen, maar dat is niet gebeurd. De zaak is al verjaard en kan dus niet meer worden voorgelegd aan het Openbaar Ministerie.
De stof glycol is tussen 2002 en 2006 geleverd aan Syrië. Het gaat in totaal om 218 ton van de stof, die wereldwijd wordt gebruikt als grondstof voor petflessen en antivries, schrijft Ploumen. Glycol kan ook worden gebruikt ‘in een alternatieve productieroute voor chemische wapens’.
Ploumen laat weten het ‘verschrikkelijk’ te vinden dat Syrië deze producten in Nederland heeft gekocht, ten behoeve van het chemischewapensprogramma. Het is niet duidelijk of de goederen daadwerkelijk zijn ingezet bij een aanval.
Burgeroorlog
Vorig jaar mei werd bekend dat een Nederlands bedrijf glycol heeft geleverd aan Syrië. De Amerikanen waarschuwden al in 2003 dat Syrië de stof kan gebruiken voor zijn raketprogramma. Vanwege de burgeroorlog in Syrië kon het kabinet geen nader onderzoek doen.
Tot vorig jaar juni was er geen vergunning nodig voor de export van glycol. Inmiddels is dat wel het geval.