Bijna een miljoen euro is er nodig om Noordeinde 66, het nieuwe werkoptrekje van prinses Beatrix, te verbouwen. Kamerleden van de PvdA willen een ‘heel goede uitleg’ voor de hoogte van de kosten.
Kamerleden Albert de Vries en Jeroen Recourt (beiden PvdA) eisen dat minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst, VVD) de verbouwing van 900.000 euro nader toelicht. Omdat het Rijk eigenaar is van het pand aan het Noordeinde, wordt de verbouwing betaald uit de staatskas.
Haagse verplichtingen
Prinses Beatrix zal haar nieuwe onderkomen gaan gebruiken om haar ‘Haagse verplichtingen als lid van het Koninklijk Huis’ te vervullen, zo liet de Rijksvoorlichtingsdienst eerder weten. Kamerlid de Vries wilde daarop meer weten over de geschatte kosten die nodig zijn om Noordeinde 66 op te knappen.
Belastingbetaler
Minister Blok liet weten dat het pand voor ongeveer 9 ton voor de prinses wordt klaargemaakt. Het bedrag zou worden gebruikt voor het ‘vervangen van technische installaties en het aanpassen van het interieur’.
Verschillende Kamerleden trokken hun wenkbrauwen op bij het horen van die verklaring. ‘Dit wordt allemaal wel erg veel voor de belastingbetaler,’ zo klaagde De Vries. Hij vraagt zich af of het werkadres van de prinses wel eigendom moet blijven van het Rijk.
De kosten komen uit de staatskas, omdat het verblijf onderdeel is van Paleis Noordeinde, dat in bezit is van het Rijk. In 1998 betaalde toenmalig kroonprins Willem-Alexander 750.000 gulden voor het huis; de Rijksgebouwendienst kocht het van hem voor 3,25 miljoen euro.