Bandjes voor goede doelen plaveiden de weg, en ineens waren de armbanden voor mannen overal. Maar qua stijl valt er nog wel het een en ander te verbeteren
Heren opgelet: opsmuk verraadt een lagere stand. Althans, volgens het etiquetteboek van Reinildis van Ditzhuyzen Hoe hoort het eigenlijk? uit 2007. De enige sieraden voor mannen die volgens haar door de beugel kunnen, zijn horlogekettingen, zegel- en trouwringen, manchetknopen en een vestzakhorloge (over polshorloges rept zij in het geheel niet). Dus zeker geen neusring of tepelpiercing.
Maar dus ook geen polsbandje. En daar zit u dan als gerespecteerd en eerbiedwaardig man, beschaamd en terechtgewezen. Want – geef maar toe – om uw pols bungelt een armband. Het is misschien een kleintje, niet meer dan een inmiddels tot op de draad versleten fantasietouwtje dat u ooit van uw dochter kreeg omgeknoopt op een Mexicaanse straatmarkt (‘Niet afdoen, pap, dat brengt ongeluk’). Maar toch. Het kan trouwens net zo goed een prijzig leren exemplaar zijn, gevlochten, met een stoere, zilveren sluiting van een chic merk als Tod’s of Hermès. Of – ecologisch zeer verantwoord – een afkomstig uit Lapland. Hier komen de populairste en meest modieuze vandaan, gemaakt van gedraaid zilverdraad en rendierleer, gesloten met een kloeke knoop van hertengewei.
En nee, mevrouw Van Ditzhuyzen, het zijn heus niet alleen ‘dikdoeners en patsers’ die ze dragen (zoals u schrijft), maar
advocaten, notarissen, professoren, doktoren, Kamerleden, staatssecretarissen en zelfs een oudpresident, namelijk Bill Clinton. Geen artistieke lieden dus, want architecten, zangers (Marco Borsato is de onbetwiste armbandenkampioen), sporthelden (bij wie de grens tussen tatoeages en polsbandjes soms nauwelijks valt te onderscheiden), reclamelui en anderszins kunstzinnige types gingen ze natuurlijk al lang voor. Net als topkoks. Jonnie Boer, Sergio Herman, Ron Blaauw, François Geurds en anderen zijn zo volbehangen met armbandjes dat niemand vreemd moet opkijken als er eentje in de soep belandt.
Allemaal echte mannen, zodat elke zweem van verwijfdheid kan worden uitgesloten. De moderne man draagt een armband. Punt uit. Toch?
The New York Times meldt bij monde van een woordvoerder van Mr. Porter – online marktleider op het gebied van mannenmode – dat de verkoop van herenarmbanden het laatste half jaar is verdubbeld. Maar, waarschuwt de krant, noem het vooral geen armband (bracelet). Gebruik de wat neutralere term wristwear, want zolang echte mannen als Don Draper in Mad Men en James Bond er nog geen dragen, blijft het volgens de krant voor sommigen een twijfelachtig gebied.
Mr. Porter raadt dan ook aan om af te blijven van goud en gekleurde stenen, en te kiezen voor leer, rubber, staal en touw. En mocht er behoefte bestaan aan een symbool, dan toch liefst een doodshoofd, zwaard, schroef, spijker, gebalde vuist of soortgelijk stoer ding. Ofschoon het peaceteken ook goed schijnt te zijn.
In Nederland hebben merken als Diesel en Buddha to Buddha (stoer sterlingzilver) een voortrekkersrol gespeeld, waardoor nu zelfs flonkersteentjesspecialist Swarovski het heeft gedurfd om een mannenlijn met gitzwarte stenen te presenteren. Ook Cartier doet het goed met de collectie Clou (spijker), zijnde niet meer dan een enorme spijker die rond de pols is gebogen. De Amsterdamse juwelier Joost Lyppens zegt uitermate goede zaken te doen met de aloude zilveren naamplaatarmband, een relikwie uit de jaren zeventig dat nu dus bezig is met een revival.
Waar iedereen het over eens is, is dat de juiste plek voor de armband de rechterpols is en niet meer de linker – in combinatie met het horloge. En dat het siliconenbandje voor een goed doel niet meer kan. Oud-wielrenner Lance Armstrong is er ooit mee begonnen, met zijn gele Livestrong anti-kankerbandjes. Daarna was het hek van de dam en bracht bijna elk doel een bandje met eigen kleur en spreuk uit. Misschien – zij het onbewezen – was dit wel de echte aanstichter van de populariteit van de mannelijke wrist wear, want het goede doel verschafte mannen ineens een alibi.
Toch zijn er altijd mannen die het niet willen of durven. Voor hen blijft op polsgebied slechts het horlogebandje over. Maar ook daarin is veel aan het veranderen.
Exit saai bruin en zwart, en welkom felle kleuren (oranje is favoriet) in ongebruikelijke dierlijke materialen als rog, slang, hagedis en olifant. Erg chic zijn de horlogemerken die in zee gaan met even chique leermerken als Santoni (IWC) en Valextra (Jaeger-LeCoultre) voor exclusieve banden.
Ook erg in trek zijn de kunststof NAVO-banden, afkomstig uit het Amerikaanse leger. Ze kunnen zonder gereedschap makkelijk aan elk (merk)horloge worden bevestigd, zijn spotgoedkoop (rond 20 euro) en bestaan in een keur aan opvallend gestreepte uitvoeringen. Bijkomend voordeel daarvan is dat de ultieme man hem ooit droeg: Sean Connery als James Bond in Goldfinger.
Alleen is het wellicht raadzaam om de drager ervan niet te vertellen dat er ook een Sean Connery Romantic Charm Bracelet op de markt is: een bedelarmbandje.