Historische designderby der Lage Landen

''

Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam exposeert design uit België en Nederland. De collectie telt vijfhonderd objecten en beslaat een periode van tweehonderd jaar.

Qua aankleding doet de Design Derby zijn naam in elk geval eer aan. De museumzaal lijkt op een stadion. Bezoekers komen binnen via een catacombe, alsof ze een voetbalveld gaan betreden. Een parcours slalomt langs servies, tapijten, glaswerk, meubilair, auto’s, kleding, keramiek en grafische producties.

Gaandeweg wordt duidelijk hoe de buurlanden zich op het gebied van design en kunstnijverheid tot elkaar verhouden. Bezoekers kunnen de landen makkelijk met elkaar vergelijken. Links staat werk uit België, rechts uit Nederland. Na afloop kiest het publiek de winnaar. Het is tenslotte een wedstrijd.

Industrialisatie

Een subtiele rode streep op de vloer leidt naar het beginpunt van de expositie: het jaar 1815, de stichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Na de Belgische Revolutie in 1830 en daaropvolgende afsplitsing belicht het museum telkens tijdvakken van enkele decennia.

Zo komt ook het koloniale verleden aan bod. Terwijl Nederlandse ontwerpers zich lieten inspireren door vormen en technieken uit Nederlands-Indië, gebruikten de Belgen materialen uit Congo, zoals tropisch hardhout en ivoor.

De expositie zigzagt vervolgens langs invloeden van de industria­lisatie, wereldoorlogen en wederopbouw, naar het eind van de  twintigste eeuw.

Vormgeving en design krijgen in die periode steeds meer aandacht. Designobjecten betreden de traditionele consumentenmarkt. Het Senseo-koffiezetapparaat is daar een voorbeeld van. Net als de Cosmolite, een prijswinnende reiskoffer, ontworpen door Eric Sijmons voor kofferproducent Samsonite.

Waar Nederlands design te boek staat als nuchter, eenvoudig, sober en conceptueel, gelden voor de Belgen termen als ‘fantasierijk’, ‘surrealistisch’, ‘ambachtelijk’ en ‘humoristisch’. De meest in het oog springende ontwerpen zijn van Philippe Wolfers, Henry Van de Velde en Victor Horta, grote namen uit de Belgische art nouveau. Nederland wordt vertegenwoordigd door invloedrijke architecten als Gerrit Rietveld, Michiel de Klerk en Hendrik Berlage.

Ontdekkingstocht

De tentoonstelling is samengesteld door Boijmans-conservator Mienke Simon Thomas en Frank Huygens van Design museum Gent. Simon Thomas leerde de Belgische design­wereld in korte tijd kennen. Ze kreeg een zwak voor onze zuiderburen. ‘Het was een verrassende en interessante ontdekkingstocht.

Een van mijn nieuwe favorieten is Alfred Hendrickx, maker van de Sabena-stoelen. Omdat de Belgen tot voor kort onbekend terrein waren, ben ik geneigd ze nu heel erg toe te juichen. Ze maken schitterende dingen. Erg verfijnd.’ Dat is weleens anders geweest, leert de wandeling langs tweehonderd jaar designhistorie. Tijdens de wereldtentoonstelling van 1851 in Londen, de eerste internationale krachtmeting op designgebied, werden België en Nederland esthetisch overklast door grootmachten Frankrijk en Groot-Brittannië.

Aan het slot van de route wordt stilgestaan bij ontwikkelingen in de hedendaagse vormgeving. In het nieuwe millennium keren ontwerpers terug naar de basis. Idealistische en sociaal-economische waarden worden afgestoft. De term ‘design-denken’ raakt in zwang. Niet langer hoeft het eindresultaat iets tastbaars op te leveren. Een discussie, attitude of proces kan volstaan. Statements maken en geëngageerd doen is soms belangrijker dan het maken van een goed ontwerp.

Koningin Máxima opent de Design Derby vrijdag 19 juni. Publiek is van 20 juni tot en met 13 september welkom in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. In het najaar verhuist de collectie naar het Design museum Gent. Daar is de tentoonstelling van 22 oktober tot 13 maart 2016 te zien.

Elsevier nummer 25, 20 juni 2015