De Nederlandsche Bank (DNB) denkt niet dat digitale valuta, zoals de bitcoin, snel het huidige financiële stelsel gaat vervangen. Virtuele munten zouden niet in staat zijn om de basisfuncties van geld – ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid – te vervullen.
Dat zegt DNB in een rapport naar aanleiding van de sterk toegenomen populariteit van virtuele valuta.
Verantwoordelijkheid
Volgens DNB zijn digitale munten tot op zekere hoogte geschikt als ruilmiddel, maar functioneren ze nauwelijks als oppotmiddel of rekeneenheid door hun sterk fluctuerende waarde. Prijzen zouden daardoor dagelijks sterk moeten variëren. Bovendien lopen consumenten behoorlijke veiligheidsrisico’s wanneer ze virtuele valuta’s gebruiken.
Daarnaast is er ‘in de wereld van digitale valuta geen enkele centrale partij die verantwoordelijkheid heeft om marktpartijen aan te spreken wanneer zij zich niet houden aan bijvoorbeeld gebruiksvoorwaarden, veiligheidsvereisten of juridische kaders’. Hierdoor is er geen digitaal alternatief voor het – door de overheid gewaarborgde – depositogarantiestelsel dat consumententegoeden tot 100.000 euro dekt.
Bitcoin
Virtuele munten worden gecreëerd door het zogenoemde mining, het oplossen van cryptografische berekeningen met krachtige computers. Van de ruim tweehonderd virtuele valuta die momenteel bestaan, is de bitcoin veruit de meest bekende en gebruikte munt.
De verwachting is dat rond het jaar 2030 de meeste bitcoins zijn ‘gemined’. Om het netwerk in stand te houden, gaan vanaf dat moment de transactiekosten waarschijnlijk omhoog.
Daarbij concludeert DNB dat de bitcoin laag scoort op het gebied van veiligheid en gebruiksgemak. Door hevige speculatie kende de bitcoin-koers de afgelopen maanden hoge pieken en dalen.
Zo steeg de koers eind vorig jaar binnen een maand van zo’n 150 euro naar ongeveer 860 euro. Nadat de Chinese centrale bank zijn twijfels uitsprak over de bitcoin, zakte de waarde in een paar dagen naar 500 euro.