AstraZeneca levert 110 miljoen vaccins minder: komt vaccinatiestrategie in gevaar?

Een vrouw krijgt het Pfizer/BioNTech vaccin in Litouwen - ANP

Vaccinfabrikant AstraZeneca levert het tweede kwartaal 110 miljoen vaccins minder aan de Europese Unie (EU) dan contractueel was vastgelegd. Dat zegt de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen woensdag. Vier vragen en antwoorden.

1. Wat betekent dit voor het verloop van het vaccineren in Nederland?

Mogelijk niet heel veel. De andere farmaceuten houden zich volgens Von der Leyen wel aan de afspraken. Dat betekent dat de EU in het tweede kwartaal in totaal 360 miljoen doses krijgt, van Pfizer/BioNTech (200 miljoen), Moderna (35 miljoen), AstraZeneca (70 miljoen), plus het net goedgekeurde vaccin van Janssen (55 miljoen). Van dat laatste is één dosis genoeg.

Dinsdag maakte Pfizer/BioNTech bekend dat zij nog voor de zomer komen met een versnelde levering van 10 miljoen bestelde doses van hun coronavaccin aan de Europese Unie.

De 10 miljoen extra doses zouden eigenlijk pas in de tweede helft van het jaar worden geleverd, maar de productie gaat voorspoediger dan verwacht. Daarmee komt de totale levering voor de EU uit op 200 miljoen doses in het tweede kwartaal.

2. Is het AstraZeneca-vaccin wel veilig?

In meerdere Europese landen is besloten tijdelijk niet meer te prikken met het AstraZeneca-vaccin. In Nederland wordt niet meer geprikt tot zeker 28 maart. De reden hiervoor zijn meldingen van trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes bij mensen onder de vijftig jaar in Denemarken en Noorwegen.

Daar kwam woensdag een bericht van Duitse autoriteiten bovenop. Daar kregen zes vrouwen en een man bloedpropjes in de hersenen en een tekort aan bloedplaatjes nadat ze met het AstraZeneca-vaccin waren ingeënt. Dat gebeurde tussen vier en zestien dagen nadat ze waren gevaccineerd. De slachtoffers waren tussen de 20 en 50 jaar oud. Drie van hen zijn aan de gevolgen overleden, blijkt uit gegevens die het Paul Ehrlich-Instituut (PEI), de Duitse geneesmiddelenautoriteit, heeft bekendgemaakt.

In Duitsland zijn 1,5 tot 1,6 miljoen mensen met het AstraZeneca-vaccin ingeënt. Dat had volgens het PEI hooguit één trombosegeval moeten opleveren. Nu het er zeven zijn, is het volgens het PEI ‘niet onplausibel’ dat er een verband is tussen het krijgen van een ‘hersentrombose’ en de AstraZeneca-prik. Of het verband er werkelijk is, wordt nu onderzocht, zegt het PEI op een Duitse apothekerssite.

Het Europese geneesmiddelenagentschap EMA zegt dat er tot nu toe geen aanwijzing is dat de trombosegevallen door het vaccin zijn veroorzaakt en adviseert de lidstaten om door te gaan met vaccineren. Het EMA heeft zelf ook een onderzoek ingesteld. Morgen geeft het EMA hierover een persconferentie.

Ook de WHO roept landen woensdag op om burgers vooralsnog te blijven inenten met het AstraZeneca-vaccin. De voordelen wegen zwaarder dan de eventuele risico’s, zegt de WHO.

3. Welke landen trekken eigen plan?

Het EU-front voor het inkopen van vaccins brokkelt intussen snel af. Ontmoedigd door de ruzie tussen voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen en vaccinfabrikant AstraZeneca kiezen steeds meer landen hun eigen weg.

Zo besloten Denemarken en Oostenrijk twee weken geleden om samen met Israël op te trekken om vaccins te produceren. Israël is daar al even mee bezig, maar er is nog niets op de markt. De samenwerking is ook met het oog op eventuele nieuwe mutanten, waarvoor dan weer nieuwe vaccins moeten worden gemaakt.

De Oostenrijkse regeringsleider Sebastian Kurz zei naar aanleiding van de deal niet langer afhankelijk te willen zijn van de Europese Unie voor de productie van vaccins. Minister-president Mette Frederiksen van Denemarken stelde niet langer alleen te kunnen vertrouwen op de Europese Commissie en daarom gedwongen te zijn andere wegen te zoeken om de capaciteit te verhogen.

De Hongaarse premier Viktor Orbán koopt – net als Slowakije en Tsjechië – het Russische Spoetnik-V-vaccin, dat nog niet is goedgekeurd in de EU. Polen heeft China om Sinopharm-vaccins gevraagd. Ook die zijn nog niet goedgekeurd door de Europese toezichthouder.

De Hongaarse gezondheidsautoriteiten hebben het Sinopharm-vaccin als enige Europese land wél goedgekeurd, waarmee de EU-lidstaat dus ingaat tegen de gezamenlijke aanpak. Orbán uitte eerder kritiek op het proces van goedkeuren en kopen van vaccins door de EU, dat volgens hem veel te traag verloopt.

4. Hoe staat het ervoor met het Janssen-vaccin?

Het Janssen-vaccin is vorige week goedgekeurd door de EMA. Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) verwacht de eerste levering in april.

De Nederlandse Gezondheidsraad meldt woensdag dat het vaccin eerst moet worden toegediend aan ouderen van boven de zestig jaar en aan mensen met specifieke medische aandoeningen. ‘Met deze aanpak wordt de meeste ernstige ziekte en sterfte door COVID-19 voorkomen,’ schrijft het adviesorgaan aan De Jonge.

Wat het Janssen-vaccin onderscheidt, is dat één prik van het vaccin voldoende is om 66 procent van de gevaccineerden tegen ziekte te beschermen en 85 procent tegen ernstigere vormen van COVID-19. Als alle ouderen en mensen uit hoogrisicogroepen zijn gevaccineerd, kan het vaccin volgens de Gezondheidsraad ook aan andere groepen worden toegediend.